Detector matchen (model 2470)
Het normalisatieproces zorgt dat metingen voor de detectoren binnen 1% van
het gemiddelde van alle detectoren vallen nadat rekening is gehouden met
een statische variatie in geaccumuleerde metingen door een meetsnelheidfout
van +/- 0,1% te bereiken bij een betrouwbaarheidsniveau van 95,5%.
Crosstalk tussen band en detector
Model 2480
Tussen band en detector, een bron, ongunstigste geval:
Fe < 0,05%
59
Co < 0,06%
60
De invloed van nucliden met een hogere energie wordt weggenomen door middel
van een loodafscherming van 75 mm (3 inch) dik tegen de monsters op de band.
Model 2470
Crosstalk
125
I
57
Co
51
Cr
137
Cs
58
Co
Het effect van crosstalk wordt gecorrigeerd door gepatenteerde
crosstalkcorrectiesoftware.
Achtergrond
Dit zijn enkele typische waarden. Achtergrond zal variëren als gevolg van
lokale omstandigheden.
Isotoop
125
I
129
I
137
Cs
Volumeafhankelijkheid (model 2480)
Wijziging van relatieve meetefficiëntie < 1%/ml voor
0-20 ml zoals gemeten in een LSC-potje van 20 ml.
Detector tot detector, niet-
gecorrigeerd, ongunstigste
verwaarloosbaar
verwaarloosbaar
< 0,5%
< 4%
< 5%
Model 2480
30,6 CPM
16 CPM
11,3 CPM
Tussen band en detector, een bron,
ongunstigste geval
verwaarloosbaar
verwaarloosbaar
verwaarloosbaar
< 0,12%
< 0,2%
Model 2470
12,5 CPM
5 CPM
N.v.t.
Fe-isotoop in het bereik
59
Specificaties
23