Het luchtfilter reinigen
Onderhoudsinterval: Om de 25 bedrijfsuren
1. Maak de grendels los waarmee het deksel van het
luchtfilter aan de motor is bevestigd
G017690
1. Papierelement
2. Verwijder en controleer het luchtfilter.
3. Vervang het als het extreem vuil is.
4. Plaats het element terug en sluit de kap. Maak de
vergrendelingen vast aan de motor.
De kabel van de zelfaandrijving
afstellen (uitsluitend model
21132).
Onderhoudsinterval: Om de 25 bedrijfsuren
Zorg ervoor dat de stang van de zelfaandrijving zich op 55-70
mm van de duwboom bevindt. Stel hiervoor de kabel van de
zelfaandrijving af
(Figuur
(Figuur
1
Figuur 17
2. Deksel
18).
g017753
Figuur 18
De machine smeren
Onderhoudsinterval: Om de 25 bedrijfsuren
Smeer de wielen, koppelingen en scharnierpunten met
17).
motorolie
2
Motorolie verversen
Onderhoudsinterval: Om de 50 bedrijfsuren
1. Laat alle brandstof weglopen door de motor te laten
draaien tot de brandstoftank leeg is.
2. Koppel de bougiekabel af.
3. Laat de motor afkoelen.
4. Kantel de maaier op zijn rechterkant en zorg ervoor dat
het luchtfilter naar boven is gericht om beschadiging
van de motor te voorkomen.
5. Verwijder de peilstok en laat de olie in een geschikte
bak lopen.
6. Giet langzaam olie in de vulbuis totdat het peil de
VOL-markering op de peilstok
Wacht na het bijvullen van de olie 3 minuten en
controleer het peil met de peilstok. Niet te vol vullen.
(Maximale vulhoeveelheid: 0,47 liter, type: SAE 30
reinigingsolie, met onderhoudsclassificatie SF, SG, SH,
SJ, SL van het American Petroleum Institute [API] of
hoger.)
13
(Figuur
19).
g0151 15
Figuur 19
(Figuur
20) bereikt.