Maaitips
Volg deze instructies als u gras maait, voor het beste
maairesultaat en het mooiste gazon.
•
Zorg ervoor dat u gedurende het hele maaiseizoen steeds
met een scherp maaimes maait.
•
Maai alleen droog gras. Nat gras gaan aankoeken,
waardoor de maaier verstopt kan raken of de motor kan
afslaan. Zij kunnen ook glad worden waardoor u kunt
uitglijden en vallen.
•
Laat de maaibanen elkaar ongeveer 4 cm overlappen als u
afzonderlijke banen maait.
•
Als u zeer hoog gras wilt maaien, begint u te maaien bij
de maximale maaihoogte-instelling en een langzamere
Onderhoud
Toro heeft dit product ontworpen om u jarenlang probleemloos gebruik te bieden. Indien het product toch service nodig heeft,
kunt u het naar een erkende Toro servicedealer brengen.
Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde.
Aanbevolen onderhoudsschema
Onderhoudsinterval
Bij elk gebruik of dagelijks
Om de 25 bedrijfsuren
Om de 50 bedrijfsuren
Om de 2 jaar
Maaikast reinigen
Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks
Na elk gebruik moet de maaikast worden gereinigd.
Alvorens de maaikast te reinigen, moet u de motor afzetten,
wachten totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand zijn
gekomen en de bougiekabel loskoppelen.
Belangrijk: U mag de maaier nooit met water reinigen.
Er kan dan vocht achterblijven in de machine waardoor
corrosie van inwendige onderdelen kan ontstaan.
•
Reinig de onderkant van de maaikast. Verwijder vuil en
maaisel met een hardhouten schraper/borstel
Onderhoudsprocedure
• Het motoroliepeil controleren.
• Reinig de maaikast.
• Reinig het luchtfilter.
• Controleer de kabel van de zelfaandrijving en stel af indien nodig (uitsluitend model
21132).
• Smeer de machine.
• Slijp het mes.
• Ververs de motorolie.
• Vervang het mes.
(Figuur
16).
loopsnelheid. Vervolgens gaat u maaien bij een lagere
afstelling om het gazon een zo fraai mogelijk uiterlijk te
geven.
•
Als u na het maaien niet tevreden bent over het uiterlijk
van het gazon, adviseren wij een of een aantal van de
volgende oplossingen te proberen:
– Slijp het mes.
– Loop langzamer tijdens het maaien.
– Maai bij een hogere maaihoogte-instelling.
– Maai het gras vaker.
– Laat de maaibanen overlappen in plaats van steeds
een volledig nieuwe baan te maaien.
•
Verwijder het afval uit de ventilatieopeningen aan de
bovenkant van de maaier en uit de maaikast.
12
G017667
Figuur 16