De camera aanzetten
De batterijen plaatsen
Plaats batterijen in de camera. Gebruik één CR-V3 batterij of twee AA Ni-MH- of
AA-alkalinebatterijen. Zet de camera uit alvorens batterijen te plaatsen. Veeg met
een droge doek water of vuil van de camera alvorens batterijen te plaatsen.
Plaats geen batterijen met natte of vuile handen.
1
Schuif de batterijklep in de richting van de pijl en til de klep
omhoog.
2
Plaats de batterijen volgens de poolaanduidingen (+/-) in
het batterijcompartiment.
3
Sluit de batterijklep en schuif deze horizontaal terug om de
klep te sluiten.
Gebruik bij langdurig cameragebruik de netvoedingsadapter D-AC5 (blz.15).
• AA-alkalinebatterijen en de CR-V3-batterij zijn niet oplaadbaar.
• Open de klep van het batterijcompartiment niet en neem de batterijen
niet uit wanneer de camera aan staat.
• Verwijder de batterijen wanneer u de camera langere tijd niet gebruikt.
De batterijen kunnen anders gaan lekken.
• Als datum en tijd niet juist zijn wanneer u na langere tijd nieuwe batterijen
in de camera plaats, volgt u de procedure voor "Datum en tijd instellen
(blz.24)".
• Plaats de batterijen op de juiste wijze. Als de batterijen verkeerd zijn
geplaatst, kan de camera defect raken.
1
2
(bij gebruik van AA-batterijen) (bij gebruik van CR-V3)
3
1
13