Extern gesprek doorverbinden voordat de interne deelnemer opneemt:
Verbreektoets
Meesturen van het nummer (NummerWeergave)
Tijdens het bellen wordt het telefoonnummer van de beller meegestuurd (CLI = Calling Line
Identification) en kan bij de opgebelde deelnemer op het display worden weergegeven (CLIP =
CLI Presentation). Als het telefoonnummer wordt onderdrukt, wordt het bij de opgebelde deel-
nemer niet weergegeven. De oproep is anoniem (CLIR = CLI Restriction).
Als CNIP (Calling Name Identification Presentation) beschikbaar is, wordt in plaats van het tele-
foonnummer de geregistreerde naam weergegeven.
U hebt bij uw netwerkaanbieder aangegeven, dat het telefoonnummer van de beller
(CLIP) resp. zijn naam (CNIP) op uw display wordt weergegeven.
De beller heeft bij zijn netwerkaanbieder aangegeven dat zijn telefoonnummer moet
worden meegestuurd (CLI).
Nummerweergave bij inkomende oproepen
Bij meesturen van het telefoonnummer (NummerWeergave)
Het telefoonnummer van de beller wordt op het display weergegeven. Als het nummer van de
beller in Contacten is opgeslagen, wordt de bijbehorende naam weergegeven.
Het telefoonnummer wordt niet meegestuurd
In plaats van naam en nummer wordt het volgende weergegeven:
•
Externe oproep: er wordt geen nummer meegestuurd.
•
Anoniem: de beller onderdrukt het meesturen van het telefoonnummer.
•
Onbekend: de beller heeft het meesturen van het nummer niet aangevraagd.
Oproeplijst
Het telefoontoestel slaat de telefoonnummers en namen van maximaal 25 inkomende
oproepen (zowel beantwoord als gemist) op in een oproeplijst.
Het telefoonnummer (CLIP) en de naam (CNIP) van de beller wordt meegestuurd.
De oproeplijst van basisstation en handset worden gesynchroniseerd en zijn vanuit het basissta-
tion en de handset toegankelijk. Het wissen of wijzigen van een vermelding geldt voor alle
toestellen.
de fr it nl
indrukken . . . het externe gesprek wordt onmiddellijk doorverbonden
Oproeplijst
21