Opname
a
b
a
Verstreken opnametijd
b
Indicatie resterend geheugen
c
Resterende opnametijd
d
Niveaumeter (wijzigt volgens het
opnameniveau en de instellingen van de
opnamefunctie)
•
Als het opnameniveau laag is, wijzigt u de
instelling [Mic Gain] in [Hi] of [Mid]
( ☞ Blz. 66).
•
Deze recorder kan opnemen in hoge
kwaliteit, zelfs als het volume van de
geluidsbron sterk wijzigt. Er kunnen echter
opnamen met een hogere geluidskwaliteit
worden bereikt door het opnameniveau
3
handmatig aan te passen.
Druk op de knop STOP/ w (4) om
de opname te stoppen.
•
[ F ] verschijnt op het scherm.
e Bestandslengte
[SMART]-modus
c
d
1
2
Zet de modusknop in de
[SMART]-positie.
Druk op de knop REC (s) om de
automatische aanpassing van het
opnameniveau te starten.
•
De teller van de [Smart Time] begint
( ☞ Blz. 68).
•
Wanneer de automatische aanpassingstijd
verstreken is, begint de opname met de
aangepaste instellingen.
2
2
3
1
NL
29