Hoofdstuk 6. Geavanceerde configuratie
In dit hoofdstuk krijgt u informatie voor het verder configureren van de computer:
Het besturingssysteem Windows 10 installeren
In sommige gevallen moet u mogelijk een nieuw besturingssysteem installeren. In dit onderwerp vindt u
instructies voor het installeren van een Windows 10-besturingssysteem.
Druk deze aanwijzingen af voordat u begint.
Attentie: Wanneer u een nieuw besturingssysteem installeert, worden alle gegevens op het interne
opslagstation verwijderd, inclusief de gegevens die in verborgen mappen zijn opgeslagen.
Ga als volgt te werk om het Windows 10-besturingssysteem te installeren:
1. Zorg ervoor dat u de beveiligings-chip hebt ingesteld op TPM 2.0. Meer informatie vindt u in 'De
beveiligingschip instellen' op pagina 58.
2. Voor computermodellen die de Intel Optane™-technologie ondersteunen, start u het programma
ThinkPad Setup en selecteert u Config ➙ Storage ➙ Controller Mode. Zorg dat RST mode is
geselecteerd.
3. Verbind het station waarop het installatieprogramma van het besturingssysteem staat met de computer.
4. Start het programma ThinkPad Setup. Zie 'Het programma ThinkPad Setup gebruiken' op pagina 65.
5. Selecteer Startup ➙ Boot om het submenu Boot Priority Order weer te geven.
6. Selecteer het station waarop het installatieprogramma van het besturingssysteem staat, bijvoorbeeld
USB HDD. Druk vervolgens op Esc.
7. Selecteer Restart en zorg ervoor dat OS Optimized Defaults is ingeschakeld. Druk vervolgens op F10
om de instellingen op te slaan en het ThinkPad Setup-programma af te sluiten.
8. Volg de aanwijzingen op het scherm om de apparaatstuurprogramma's en de benodigde programma's
te installeren. Zie 'Stuurprogramma's installeren' op pagina 64.
9. Na de installatie van de stuurprogramma's past u Windows Update toe om de nieuwste modules zoals
de beveiligingspatches op te halen.
10. Installeer de gewenste Lenovo-programma's. Voor informatie over Lenovo-programma's raadpleegt u
'Lenovo-programma's' op pagina 14.
Opmerking: Na de installatie van het besturingssysteem, moet u de eerste instelling van UEFI/Legacy Boot
niet wijzigen in het programma ThinkPad Setup. Doet u dat wel, dan start het besturingssysteem niet correct
op.
Voor computermodellen die de Intel Optane-technologie ondersteunen kunt u het Intel Optane-geheugen als
volgt inschakelen:
1. Ga naar
http://www.lenovo.com/support
Technology) met stuurprogramma op uw computer.
2. Voer de iRST-console met stuurprogramma uit.
®
3. Klik op Intel
Optane™-geheugen en volg de instructies op het scherm om het geheugen in te
schakelen.
Wanneer u het besturingssysteem Windows 10 installeert, hebt u mogelijk een van de volgende land- of
regiocodes nodig:
© Copyright Lenovo 2018
. Download en installeer de iRST-console (Intel Rapid Storage
63