Creator 1024 PRO
8.6 Een scene afspelen
Om een scene af te spelen, duwt u de playback-slider omhoog of drukt u op de playback-knop. (Zorg
ervoor dat er zich geen waardes in de programmer bevinden door op de knop Clear te drukken,
aangezien de waardes van de programmer de playback overschrijven).
U kunt meer dan een scene tegelijkertijd afspelen.
Allle HTP (intensiteit) van de scenes wordt in de <Playback> knoppen 1-10 faden in/uit zodra de
schuifknop omhoog/omlaag is. De LTP (beweging) kanalen starten onmiddellijk wanneer de
schuifknop zich niet op nul bevindt. (De LTP-kanalen worden ook op deze manier uitgevoerd
wanneer de scenes zich in modus 1 of modus 2 bevinden, tenzij de kanalen in de fixturebibliotheek
zijn ingesteld zonder fading-functie).
Alle HTP en LTP van de scenes opgeslagen in de <Playback> knoppen 11-20 worden onmiddellijk
uitgevoerd zodra u de knop indrukt. (indien de tijd in de scene is ingesteld, zullen ze volgens de
instellingen faden).
Er zijn twee playback-combinatietoetsen: Eén bedient de latch met <Playback> 11-20 en een
andere schakelt tussen Flash en Swop van de <Playback> knoppen.
Wanneer de LED-indicator van <Latch> aanstaat, kunt u door op <Playback> 11-20 drukken
om scenes uit te voeren totdat de <Playback> knop opnieuw wordt ingedrukt. Indien <Latch>
niet is ingeschakeld, bevindt <Playback> 11-20 zich in de handmatige besturingsmodus, dit
betekent dat het alleen output levert wanneer de knop wordt ingedrukt en hiermee stopt
wanneer de knop wordt losgelaten. De outputmodus zal <Flash/Swop> zijn afhankelijk van
welke aanstaat.
Wanneer de LED-indicator voor <Flash/Swop> aanstaat, bevindt het toestel zich in Swop-
modus en zal een playback gegevens uitvoeren wanneer de <Playback> knop wordt
ingedrukt en andere scenes sluiten. Wanneer de LED-indicator voor <Flash/Swop> uitstaat,
bevindt het toestel zich in Flash-modus en zal een playback gegevens uitvoeren wanneer de
<Playback> knop wordt ingedrukt en terwijl andere scenes blijven draaien.
8.7 Playback-pagina's omslaan
Door de roller te draaien kunt u naar een andere 20 scenes gaan. Er bevinden zich 10 kolommen en 3
paginaknoppen op de roller. Dat betekent dat er zich 30 pagina's op de roller bevinden.
Om een geopende playback uit te voeren met u zijn slider naar beneden schuiven en vervolgens weer
omhoog. De scenes op de vorige pagina worden afgesloten en de scenes op de huidige pagina's
beginnen te draaien.
8.8 Een scene bewerken
U kunt elk gedeelte van een opgeslagen scene bewerken:
1)
Druk op <Clear> om de programmer te legen.
2)
Zet de scene aan die u wilt bewerken, zodat u kunt zien wat u doet. Zet alle andere scenes uit om
verwarring te voorkomen.
3)
Selecteer de fixtures die u wilt wijzigen en maak de veranderingen.
4)
Druk op de <Scene> knop.
5)
Druk op de <Playback> knop van de scene die u bewerkt.
6)
Ons bedieningspaneel zal u vertellen dat er al een scene op de playback bestaat.
7)
Druk op <A> [Merge Scene] om de bestaande scene aan te vullen. Ongewijzigde informatie wordt
niet beïnvloed.
Indien u zich in de modus "Record by fixture" bevindt, worden alle attributen van elke fixture die u
gewijzigd hebt in de scene opgeslagen met hun huidige instellingen. Indien u slechts bepaalde
attributen van een fixture wilt opslaan, moet u de modus "Record by channel" gebruiken (druk op
<B> na het indrukken van de scene).
U kunt de bestaande scene in zijn geheel overschrijven met behulp van <B> [Replace Scene].
Hiermee wist u de playback en slaat u de huidige programmer als een nieuwe scene op.
Indien de scene vormen bevat en u een aantal nieuwe vormen hebt geselecteerd, zullen de
originele vormen in de scene verwijderd worden (na een waarschuwing). Om dit te omzeilen moet u
de functie opnemen (Include) op de originele scene gebruiken (zie volgende gedeelte) om de
vormen in de programmer te laden. Zorg ervoor dat de playback-fader voor de scene zich op nul
bevindt (dat de vorm niet actief is) wanneer u de scene opneemt.
Bestelcode: 50731
25