Creator 1024 PRO
8.3 Vormen in scenes gebruiken
Zoals verwacht, worden alle vormen die u hebt ingesteld, als deel van de scene opgeslagen.
Als de basiswaarde van de vorm zich niet in de programmer bevindt (bijv. de centrale pan-tiltpositie van
een cirkel) en de vorm het "User" type heeft, zal de scene een "relatieve" vorm bevatten. Wanneer u de
scene laadt, zal de vorm starten op basis van de huidige positie van de fixture. Dit heeft u de
mogelijkheid om veel verschillende effecten te maken door verschillende scenes te combineren, een
voor de vorm en een voor de basispositie. U kunt de modus "Record by channel" gebruiken en geen
positie inschakelen, of de functie "Off" gebruiken om dit effect te bereiken.
8.4 Playbacks met een scene uitvoeren (automatisch laden)
Indien u chases als deel van een scene wilt uitvoeren, of automatisch een bestaande scene wilt
inschakelen, kunt u de scene als automatisch laden instellen.
1)
Speel playbacks af die u als automatisch laden wilt toewijzen.
2)
Druk <Scene> in.
3)
Lege scenes zullen blinken.
4)
Druk op <E> [Runing Pb. As AutoLoad], de optie zal gemarkeerd worden.
5)
Druk op de playback-knop van een blinkende playback om op te nemen. (selecteer eerst een
nieuwe pagina indien ueen andere pagina wilt gebruiken).
De playback zal ingeschakeld worden wanneer de scene wordt uitgevoerd en blijft aanstaan tot de
scene gesloten wordt.
8.5 HTP- en LTP-kanalen
De Creator 1024 PRO kan bedieningskanalen op twee manieren behandelen:
Dimmer- of intensiteitskanalen werken op basis van "hoogste krijgt voorrang" (highest takes
precedence, HTP). Indien een HTP-kanaal op verschillende niveaus in meerdere scenes wordt
geactiveerd, wordt het hoogste niveau uitgevoerd. Wanneer u een scene fade, zullen de HTP-
kanalen ook faden.
Kanalen voor bewegende lampen werken op basis van "laatste krijgt voorrang" (latest takes
precedence, LTP). De laatste verandering krijgt voorrang over alle andere waardes, zodat de meest
recent ingeschakelde scene uitgevoerd wordt. Wanneer u een scene fade, zulleen LTP-kanalen
normaal gesproken niet faden (hoewel u dit wel kunt instellen desgewenst, behalve voor kanalen
ingesteld als Instant (onmiddellijk)). Zij stellen hun volledige waardes in wanneer de fade in van de
scene begint en blijven daar tot een andere waarde wordt ingesteld. (U kunt deze waarde instellen
met gebruik van het menu User settings)
Het personality-bestand van een fixture vertelt het bedieningspaneel welke kanalen van een fixture HTP
of LTP zijn. Normaal gesproken zijn alleen de dimmerattributen HTP en de rest LTP. Indien een fixture geen
kanaal voor de intensiteitsregeling heeft, wordt het gobokanaal als HTP gedefinieerd, zodat het fixture
geen licht meer geeft wanneer de scene wordt uitgeschakeld.
Bestelcode: 50731
24