Creator 1024 PRO
8 scènes
Er zijn veel functies in de controller om ingewikkelde verlichtingseffecten te creëren. Een fundamenteel
onderdeel van deze functies is een scene, waarin u een "look" kunt bewaren die u met uw verlichting
hebt gemaakt.
Er zijn 600 playbacks op 3x10 pagina's met 20 playbacks per stuk, die gebruikt kunnen worden om scenes
en chases te bewaren. In de werkingsmodus worden de faders en <Playback> knoppen gebruikt voor
het besturen van playbacks. In de programmeermodus worden de knoppen in het <Playback> gebied
voor bewerking gebruikt.
8.1 Hoe de Creator 1024 PRO werkt bij het programmeren
Dit bedieningspaneel heeft een speciale interne scene genaamd de "Programmer". Wanneer u een
attribuut van een fixture wijzigt, wordt deze opgeslagen in de Programmer. Wanneer u een scene
opneemt, wordt de inhoud van de programmer in de scene opgeslagen. Geen andere output van het
bedieningspaneel wordt opgeslagen.
Dit bedieningspaneel heeft twee programmeermodi, "Record by Fixture" (de normale modus) en "Record
by Channel". De verschillen zijn:
Record by Fixture - Wanneer u een attribuut van een fixture wijzigt, worden alle andere attributen
ook in de Programmer opgeslagen. U zult de resultaten verkrijgen die u verwacht bij het laden van
de scene, maar het is niet mogelijke om scenes te combineren die dezelfde fixtures bevatten,
omdat de nieuwe scene de oude simpelweg zou overschrijven.
Record by Channel - Alleen het attribuut dat u wijzigt, wordt in de programmer geplaatst. Dit
betekent dat u scenes kunt bewaren die alleen positie-informatie bevatten en ze vervolgens met
andere scenes kunt laden om kleuren, gobo's enz. in te stellen. Dit is veel flexibeler maar vereist extra
programmering aan het begin, omdat u meerdere scenes nodig hebt om resultaten te verkrijgen.
Het kan ook voor problemen zorgen wanneer u niet goed bijhoudt wat u doet. (Dit wordt op andere
bedieningspanelen de tracking-modus genoemd).
Wanneer u <Clear> indrukt worden alle fixtures uit de programmer gewist. Het is een goede gewoonte
om <clear> in te drukken voordat u een scene programmeert, anders kunt u per ongeluk ongewenste
fixtures opnemen. U moet ook <Clear> indrukken wanneer u klaar bent met programmeren, omdat alle
functies in de programmer de playbacks overschrijven.
Attributen in de programmer worden met een witte achtergrond weergegeven.
Het inschakelen van een scene zorgt er niet voor dat de waardes van de scene in de programmer
worden geplaatst, de functie Include geeft u wel deze mogelijkheid. De functie Locate Fixture plaatst
ook geen waardes in de programmer.
8.2 Een scene maken
1)
Druk op Clear om de programmer te wissen. Dit zorgt ervoor dat u met een schone lei begint.
2)
Stel het podiumeffect in met gebruik van de fixtures. U kunt een vorm in een scene opnemen. Houd
er rekening mee dat alleen de fixtures die u veranderd hebt in de scene worden opgenomen.
3)
Druk <Scene> in.
4)
Lege scenes zullen blinken.
5)
Druk op de playback-knop van een blinkende playback om op te nemen. (selecteer eerst een
nieuwe pagina indien ueen andere pagina wilt gebruiken).
6)
Druk op Clear om de programmer te wissen. Herhaal vanaf 2 om extra scenes te programmeren.
Andere dingen die handig zijn te weten over het opnemen van groepen:
U kunt de gehele output van het bedieningspaneel opnemen (niet alleen de output van de
programmer) door op A [Record Stage] te drukken. De optie zal gemarkeerd worden wanneer de
modus Record stage actief is.
De roller heeft een segment boven elke playback-fader waardoor u de naam van een scene kunt
opschrijven met behulp van een eenvoudige doch betrouwbare methode, de markeerstift (gebruik
een stukje tape op het oppervlak van de roller). U kunt in een ogenblik zien wat er zich in elke scene
bevindt.
Bestelcode: 50731
23