Parameterset van Pfeiffer Vacuum
Standaardwaarde op-
genomen vermogen
Opstarttijd
Toerental schakelmo-
ment instellen
18
Om toerentalschommelingen te vermijden, raadt Pfeiffer Vacuum aan om een lagere
frequentie in de toerental instelmodus in te stellen.
Parameter [P:708] op de gewenste waarde in % instellen.
Bij instelling van de standaardwaarde van het opgenomen vermogen onder 100% wordt
de opstarttijd verlengd. Om foutberichten te vermijden, moet de parameter [P:700] RU-
TimeSVal overeenkomstig worden aangepast.
De opstartijd van de turbopomp werd in de fabriek ingesteld. Langere opstartijden kun-
nen op verschillende oorzaken wijzen, bijv.:
● te hoog gasvolume
● lek in het systeem
● de instelwaarde van de opstartijd is te laag
Indien nodig externe en toepassingsgerelateerde oorzaken verhelpen.
De opstartijd aanpassen met parameter [P:700].
Het toerental schakelmoment kan voor het bericht "pomp bedrijfsklaar voor proces" wor-
den gebruikt. Het overschrijden of onderschrijden van het actieve toerental schakelmo-
ment activeert of inactiveert een signaal van de voorgeconfigureerde uitgang van de
aandrijfelektronica en de statusparameter [P:302].
Toerental schakelmoment 1
Parameter [P:701] op de gewenste waarde in % instellen.
Parameter [P:017] = 0
De signaaloutput en de statusparameter [P:302] stemmen zich af op de ingestelde waar-
de voor het toerental schakelmoment 1 [P:701].
f
(%)
[P:701]
1
[P:010]
0
1
[P:302]
0
Fig. 6:
Voorbeeld voor configuratie van toerental schakelmoment 1 actief
Toerental schakelmoment 1 & 2
Parameter [P:701] op de gewenste waarde in % instellen.
Parameter [P:719] op de gewenste waarde in % instellen.
Parameter [P:017] = 1
Bij een ingeschakelde pompinstallatie [P:010] geldt het toerental schakelmoment 1 als
signaalgever. Bij een uitgeschakelde pompinstallatie stemmen de signaaloutput en sta-
tusopvraag zich af op toerental schakelmoment 2. De signaaloutput is onderworpen aan
de hysterese tussen de beide schakelmomenten.
[P:017] = 0
Process
t
t
t