n
Reparaties aan gesloten componenten
Voor reparatie van gesloten componenten/
delen van de behuizing moet het apparaat
spanningsvrij worden geschakeld. Als het niet
mogelijk is om de reparatie zonder spanning uit
te voeren, moet het kritieke punt worden
gecontroleerd op een mogelijke lekkage van
koudemiddel door middel van een lekdetector.
Bij werkzaamheden aan elektronische compo-
nenten moeten de volgende aanwijzingen in
acht worden genomen, wanneer de behuizing
zodanig is gewijzigd dat de veiligheid in het
gedrang komt. Dit geldt ook voor gevallen
waarin de leidingen beschadigd zijn, er sprake
is van een overmatige of onjuiste klemmentoe-
wijzing, de aansluitingen niet op de oorspron-
kelijke manier worden gebruikt of waarin soort-
gelijke afwijkingen van de verwachte toestand
kunnen worden gedetecteerd.
n
Reparatie van intrinsiek veilige compo-
nenten
Breng geen permanente inductieve of capaci-
tieve ladingen in bestaande schakelcircuits aan
zonder ervoor te zorgen dat de maximaal toe-
laatbare spanningen en stromen van modules
en leidingen niet worden overschreden. Intrin-
siek veilige componenten zijn de enige compo-
nenten die in aanwezigheid van brandbare
stoffen kunnen worden bewerkt. De testinrich-
ting moet overeenkomstig de situatieafhanke-
lijke omgevingen zijn ingesteld. Gebruik uitslui-
tend onderdelen die door de fabrikant officieel
als reserveonderdelen zijn vrijgegeven. Onder-
delen die niet zijn vrijgegeven kunnen brand
veroorzaken in geval van lekkages in het koel-
circuit.
n
Bedrading
Leidingen moeten op de volgende beschadi-
gingen worden gecontroleerd:
- Beschadigingen van de isolatie
- Corrosie bij de contactpunten
- Overmatige druk op de leidingen
- Beschadigingen door trillingen
- Beschadigingen door scherpe kanten
- Beschadigingen door andere niet vermelde
invloeden
Houd bij de controle ook rekening met de ver-
oudering van het materiaal en met permanente
trillingsbelastingen, bijv. door compressoren of
ventilatoren.
n
Detectie van brandbare koudemiddelen
Gebruik in geen geval mogelijke ontstekings-
bronnen bij het zoeken naar koudemiddel-
lekken. Het gebruik van een lekdetectielamp of
andere vergelijkbare apparaten met open vuur
is niet toegestaan.
1. Controleer of de componenten juist zijn
gemonteerd.
2. Controleer of de afdichtingsmaterialen niet
dusdanig zijn gewijzigd dat brandbare gassen
of voorwerpen in de componenten kunnen bin-
nendringen.
3. Reserveonderdelen moeten voldoen aan de
specificaties van de fabrikant.
AANWIJZING!
Het gebruik van siliconen kan de effectiviteit
van lekdetectoren beïnvloeden! Intrinsiek vei-
lige componenten mogen voor aanvang van de
werkzaamheden niet worden geïsoleerd.
n
Lekdetectiemethoden
De volgende lekdetectiemethoden zijn goedge-
keurd voor systemen met brandbare koude-
middelen. Voor het opsporen van lekkages
moet elektronische apparatuur worden
gebruikt. Deze moeten met een aan de situatie
aangepaste gevoeligheid worden geselecteerd
en zo nodig opnieuw worden gekalibreerd (de
kalibratie moet worden uitgevoerd in een koel-
middelvrije omgeving). De lekdetector moet op
de laagste ontstekingsgrens (LFL) van het kou-
demiddel worden ingesteld. Vloeibare lekmid-
delen zijn voor de meeste koudemiddelen toe-
gestaan. Uitzonderingen hierop zijn stoffen die
chloor bevatten, aangezien chloor in combi-
natie met de koudemiddelen kan leiden tot cor-
rosie van de koperen leidingen. Als een lek
wordt gedetecteerd, moeten alle mogelijke
open ontstekingsbronnen onmiddellijk worden
verwijderd. Indien in de installatie een lek is
geconstateerd dat een nabewerking van de lei-
dingen in de vorm van solderen noodzakelijk
maakt, moet de installatie volledig koudemid-
delvrij zijn of, indien mogelijk, moet het betref-
fende onderdeel door middel van afsluit-
kleppen van de installatie worden gescheiden.
Zuurstofvrije stikstof moet voor en tijdens de
reparatiewerkzaamheden door de betreffende
systeemonderdelen stromen.
9