Inhoudsopgave
Advertenties
Figuur 24
1. Centrale elektrode-isolator 3. Elektrodenafstand (niet op
2. Massa-elektrode
6. Monteer de bougie voorzichtig met de hand (om
beschadiging van de schroefdraad te voorkomen).
7. Draai de bougie vast met een torsie van 23 N·m.
Belangrijk: Een losse bougie kan erg heet
worden en de motor beschadigen; een bougie te
vast draaien kan de schroefdraad in de cilinderkop
beschadigen.
8. Sluit de bougiekabel aan op de bougie.
schaal weergegeven)
Onderhoud
aandrijfsysteem
Zelfaandrijving afstellen
Als de machine nieuw is, zichzelf niet aandrijft, of naar voren
kruipt, moet u de kabel van de aandrijving afstellen.
1. Rijd de machine naar buiten op een verharde
ondergrond met een stevige muur (om te voorkomen
dat de machine vooruitrijdt terwijl de motor loopt).
2. Zet de machine met de voorwielen tegen de muur.
Opmerking: Zorg dat de omgeving goed geventileerd
is en vrij van afval dat door de machine kan worden
weggeslingerd.
3. Schakel de transmissie in de derde versnelling.
4. Start de motor; zie
5. Trek de stang van de zelfaandrijving tegen de
handgreep.
Opmerking: De wielen moeten beginnen draaien
wanneer de stang van de zelfaandrijving de handgreep
net raakt.
6. Zet de motor af.
7. Doe het volgende om de machine af te stellen:
•
Als de wielen niet draaien wanneer u de stang van
de zelfaandrijving inschakelt, is de aandrijfriem
niet genoeg gespannen. Draai de afstelknop van
de wielaandrijving
herhaal stap
1. Afstelknop van wielaandrijving
•
Als de wielen al draaien voordat u de stang van
de zelfaandrijving volledig hebt ingedrukt, is de
aandrijfriem te hard aangespannen. Draai de
afstelknop van de wielaandrijving
linksom en herhaal stap
8. Als u een nieuwe aandrijfriem gebruikt, moet u de
afstelknop van de kabel van de aandrijving nog 1 slag
rechtsom draaien zodat de riem normaal aangespannen
wordt tijdens de inrijperiode.
20
De motor starten (bladz.
(Figuur
25) 1 slag rechtsom en
4
tot 6.
Figuur 25
(Figuur
4
tot 6.
12).
25) 1 slag
Advertenties
Inhoudsopgave
