Electric Power Generation
Om de hierboven vermelde minimum-
waarden
opnieuw
verschillende methodes mogelijk:
a) Dehydrateer het toestel gedurende 24
uur in een oven op ongeveer 110 °C (zonder
de regelaar).
b) Blaas warme lucht in de luchtinlaat van
het draaiend toestel met uitgeschakelde
inductor.
Opmerking: om problemen na een lange
stilstand te vermijden, is het gebruik van
verwarmingsweerstanden en een periodiek
roterend
onderhoud
verwarmingsweerstanden zijn enkel echt
efficiënt, indien ze tijdens de stilstand van
het toestel permanent werken.
OPGELET
Controleer
of
beschermingsniveau heeft dat overeen-
stemt met de gedefinieerde omgevings-
voorwaarden.
• Mechanische controles
Controleer vóór het eerste opstarten of:
- de bevestigings moeren goed aangedraaid
zijn,
- de lengte van de schroef en het aan-
draaimoment juist zijn,
- de koellucht vrij aangezogen wordt,
Code-verbindingen
L1(U)
A
T1
3 fases
T4
T12
T9
T6
L3(W)
T3
L1(U)
T1
D
3 fases
T4
T7
T10
T12
T9
T11
T3
T6
L3(W)
In geval van heraansluiting, controleer de spanningsdetectie van de regelaar!
De fabriek kan in optie een lot soepele shunts en speciale koppelingsrails leveren om deze verbindingen tot stand te brengen (*).
Installatie en onderhoud
Laagspannings Alternatoren - 4 polen
te
bereiken,
aanbevolen.
de
alternator
Wikkeling
T7
6
7
N
T10
8
T5
T2
T11
L2(V)
T8
Wikkeling
6
7
8
N
T5
T8
T2
L2(V)
9
In bob. 9 : spanningsdetectie R 450 + transfo (Schema op aanvraag, AREP of SHUNT)
LSA 46.2
- de roosters en de beschermkast goed
zijn
aangebracht zijn,
- de standaard draairichting naar rechts is
gezien vanuit het aseinde (rotatie van de
fasen 1 - 2 - 3).
Voor een draairichting naar links, fasen 2 en
3 omdraaien.
- de koppeling overeenstemt met
exploitatiespanning ter plaatse (zie § 3.3).
3.3 - Aansluitschema's van de
klemmen
De
De wijziging van de aansluitingen wordt
verkregen door de verplaatsing van de
statorkabels op de klemmen.
De code van de wikkeling is aangegeven op
het typeplaatje.
het
Alle interventies aan de klemmen van de
alternator
controles moeten gebeuren terwijl de
machine stilstaat.
De inwendige aansluitingen van de
klemmendoos mogen in geen geval
belast worden als gevolg van de door de
gebruiker aangesloten kabels.
L.L-spanning
50 Hz
60 Hz
190 - 208
190 - 240
-
220
-
190 - 208
Spanningsdetectie R 250 :
0 => (T8) / 110 V => (T11)
Spanningsdetectie R 450 :
0 => (T3) / 220 V => (T2)
50 Hz
60 Hz
380 - 415
380 - 480
-
440
-
380 - 416
Spanningsdetectie R 250 :
0 => (T8) / 110 V => (T11)
Spanningsdetectie R 450 :
0 => (T3) / 380 V => (T2)
500 - 525
600
3856 nl -
2017.12 / l
bij
heraansluitingen
Fabriekskoppeling 12 draden
T3
T12
T6
T9
T2
T11
T8
T5
T1
T10
T4
T7
N
AR
T3
T12
T9
T6
T2
T11
T5
T8
T1
T10
T7
T4
AR
de
of
L3(W)
L2(V)
L1(U)
L3(W)
L2(V)
L1(U)
N
7