36
Uw apparaat aansluiten
Object Exchange Profile, Headset Profile, Hands Free Profile,
Advanced Audio Distribution Profile en Audio/Video Remote
Control Profile. Gebruik uitsluitend de door Nokia
goedgekeurde toebehoren voor dit model als u verzekerd
wilt zijn van compatibiliteit met andere Bluetooth-
apparatuur. Informeer bij de fabrikanten van andere
apparatuur naar de compatibiliteit met dit apparaat.
Als functies gebruikmaken van Bluetooth-technologie, vergt
dit extra batterijcapaciteit en neemt de levensduur van de
batterij af.
Verwante onderwerpen
Zie 'Apparaten aan elkaar koppelen', p. 36.
•
Zie 'Gegevens verzenden via een Bluetooth-
•
verbinding', p. 37.
Bluetooth-instellingen
1
Selecteer
Instellingen
>
2
Selecteer een van de volgende opties:
Bluetooth aan — Activeer Bluetooth-verbindingen.
Zichtbaar — Sta toe dat uw apparaat kan worden
gevonden door andere apparaten. Als uw apparaat
wordt verborgen (niet zichtbaar is), kan het alleen
worden gekoppeld aan een eerder gekoppeld apparaat.
Naam van mijn apparaat — Voer een naam in voor uw
apparaat. Deze naam is zichtbaar voor andere Bluetooth-
apparaten.
3
Selecteer Opslaan.
en Bluetooth.
Apparaten aan elkaar koppelen
Apparaten met Bluetooth 2.1 en SSP-functionaliteit (Secure
Simple Pairing) worden automatisch aan elkaar gekoppeld.
Controleer of op beide apparaten hetzelfde wachtwoord
wordt weergegeven.
Koppelen aan Bluetooth 2.0-apparaten of lager
1
Er wordt automatisch een wachtwoord voorgesteld. U
kunt ook zelf een wachtwoord maken (1 tot 16 cijfers) en
met de eigenaar van het andere apparaat afspreken
dezelfde code te gebruiken. Het wachtwoord wordt
slechts eenmaal gebruikt.
2
Selecteer
Instellingen
>
3
Selecteer
Apparaten
Op het apparaat worden de Bluetooth-apparaten
weergegeven die binnen het bereik vallen en niet
worden verborgen. De apparaten worden aangegeven
met de volgende pictogrammen:
computer
mobiel apparaat
audio- of videoapparaat
ander apparaat
4
Selecteer het apparaat en voer het wachtwoord in. In het
andere apparaat moet hetzelfde wachtwoord worden
ingevoerd.
5
Selecteer
Instellen als vertrouwd apparaat
staan dat het apparaat automatisch verbinding maakt
met uw apparaat (zonder kennisgeving dus). Gebruik
deze status alleen voor uw eigen apparaten, zoals uw
en Bluetooth.
> Nieuw.
om toe te