Probleem
Oorzaak
De foto is te
De flitser staat niet
donker of
aan of het onderwerp
onderbelicht.
is zo ver weg dat het
buiten het bereik van
de flitser valt.
Het onderwerp werd
niet automatisch
belicht.
Er is onvoldoende
licht.
De camera
De kaart heeft
herkent uw
mogelijk geen
SD-/MMC-kaart
SD-/MMC-keurmerk.
niet.
De kaart is mogelijk
beschadigd.
Kaart is niet juist in de
camera geplaatst.
De camera
De camera bespeurt
blokkeert als er
een fout wanneer een
een kaart wordt
kaart wordt geplaatst
geplaatst of
of verwijderd.
verwijderd.
Geheugenkaart
Opslaglocatie is vol.
is vol.
Het maximum aantal
bestanden of mappen
is bereikt (of een
ander mapprobleem).
Oplossing
Ga dichter naar het onderwerp toe, zodat de
afstand tussen de camera en het onderwerp
niet groter is dan 2,1 m in telefoto.
Houd de sluiterknop half ingedruktvoor de
best mogelijke foto's. Zodra het klaar-lichtje
groen wordt, drukt u de sluiterknop
helemaal in om de foto te maken.
Verhoog de belichtingscompensatie
(pagina
18).
Schaf een kaart met een SD-/MMC-keurmerk
aan.
Formatteer de kaart opnieuw
Let op: Bij het formatteren worden alle foto's
en video's verwijderd, met inbegrip van
beveiligde bestanden.
Steek een kaart in de kaartsleuf en druk de
kaart stevig vast
(pagina
Zet de camera uit en weer aan.
De camera moet uitstaan als er een kaart
wordt geplaatst of verwijderd.
Plaats een nieuwe kaart
foto's over
(pagina
(pagina
26).
Breng uw foto's en video's over naar de
computer en formatteer vervolgens de kaart
of het interne geheugen
Let op: Bij het formatteren van een kaart
worden alle foto's en video's verwijderd, met
inbegrip van beveiligde bestanden.
Problemen oplossen
(pagina
23).
7).
(pagina
7), breng
41) of verwijder foto's
(pagina
23).
NL
46