REM 24 SC
3.7 Externe joysticks activeren
In dit hoofdstuk kunnen verschillende externe joysticks of bedieningsapparaten in de elektronica worden
opgenomen. Het activeren kan tot een afzonderlijke versnelling worden beperkt of voor alle versnellingen
worden uitgevoerd.
3.7.1 Het invoervenster „Optie rijprogramma" openen
•
Het invoervenster „Parameters wijzigen" door
te dubbelklikken op het programmapunt „Optie
rijprogramma" openen.
3.7.2 "Joystick Source"- externe joystick activeren
Aanwijzingen voor de instelling:
De instelling legt vast welke joystick in een
geselecteerde versnelling actief is.
De onderstaande joysticks kunnen worden
geselecteerd:
Master
= Intern (rijpaneel)
ACU
= Bedieningsapparaat voor begeleiders,
omschakelbaar
RJM
= Remote Joystick Modul
(externe joystick)
Display
= Niet beschikbaar
RSM
= Remote Switch Modul (ARC 5)
NV1/NV2 = Niet beschikbaar
None
= Geen
externe joystick in het gewenste
Functie:
rijprogramma activeren.
Master (Standaardinstelling profiel 1-5)
Waarde:
ACU (standaardinstelling ACU)
Instellen: • Waarde door aan te klikken selecteren.
• Waarde door het indrukken van de
spatietoets
verstellen.
3.7.3 Invoer afsluiten
Pagina 30
Programmeerhandleiding
„Optie rijprogramma" aanklikken
Parameters wijzigen
Datum: 01.06.2001