Verwijder het voorfilter en reinig het
zo nodig met de borstel.
Ontgrendel het uitblaasfilter en reinig
het met de borstel.
Plaats het uitblaasfilter weer in de
klep.
Zet het voorfilter op het uitblaasfilter.
De filtereenheid is compleet.
Plaats de filtereenheid correct terug
op het stofreservoir en vergrendel de
filtereenheid.
Vervang het uitblaasfilter na circa
6 maanden door een nieuw uitblaas-
filter voor een optimaal reinigingsre-
sultaat.
Zijborstels reinigen
Reinig de zijborstels indien dat nodig is.
Gebruik hiervoor de reinigingsborstel
die zich boven in het deksel van het
stofreservoir bevindt.
Leg het apparaat met de onderkant
naar boven op een vlakke, schone
ondergrond.
Pak met beide handen 2 tegenover
elkaar liggende elastische bevestigin-
gen van de zijborstels vast en trek
deze er naar boven toe af.
Verwijder aanwezige draadjes en ha-
ren met de afstrijker aan de onder-
kant van de reinigingsborstel.
Houd de afstrijker boven een afval-
emmer.
Bedien de knop van de afstrijker
meermaals, totdat alle draadjes en
haren eraf zijn gevallen.
Druk de gereinigde zijborstels op de
daarvoor bedoelde pennen. De
borstels moeten duidelijk vastklikken.
Zorg dat de markeringen L en R over-
eenkomen.
Vervang de zijborstels na ca. 1 jaar
door nieuwe zijborstels, zodat u altijd
het beste reinigingsresultaat behaalt.
Borstelas reinigen
Reinig de borstelas indien dat nodig is.
Gebruik hiervoor de reinigingsborstel
die zich boven in het deksel van het
stofreservoir bevindt.
Leg het apparaat met de onderkant
naar boven op een vlakke, schone
ondergrond.
27