HET GELUIDSSYSTEEM GEBRUIKEN
Om muziek of ingesproken boeken met de geluidsin-
stallatie van het bedieningspaneel te beluisteren, sluit
u een 3,5 mm mannetje tot mannetje audiokabel (niet
inbegrepen) in de aansluiting op het bedieningspaneel
en uw MP3-speler of CD-speler of andere persoonlijke
audiospeler; zorg ervoor dat de audiokabel goed
aangesloten is. Zie uw plaatselijke elektrazaak voor
het aanschaffen van een audiokabel.
Druk dan op de play-toets van uw
eigen audio-speler. Pas het volume
aan met de toetsen Volume en decre-
ase (volume verhogen en verlagen)
op het bedieningspaneel of de volu-
meregelknop op uw persoonlijke
audiospeler.
Als u een persoonlijke CD-speler gebruikt en de
CD slaat over, plaats de CD-speler dan op de vloer
of een ander vlak oppervlak in plaats van op het
bedieningspaneel.
DE INFORMATIEMODUS
Het bedieningspaneel heeft een informatie-instelling
die de informatie van de loopband bijhoudt en u uw
eigen bedieningspaneel-instellingen laat invoeren.
1. Selecteer de informatiemodus.
Om de informatiemodus te selecteren, houdt u
de toets Stop ingedrukt terwijl u de sleutel terug-
plaatst in het bedieningspaneel en daarna de
toets Stop weer loslaat. Als de informatiemodus is
geselecteerd, zal de volgende informatie worden
afgebeeld:
De display Time/Pulse (tijd/hartslag) toont het aan-
tal uren dat de loopband is gebruikt.
De display Distance/Speed (afstand/snelheid) toon
het totaal aantal kilometers of mijlen waarop de
loopband heeft bewogen.
2. Selecteer de optionele schermen.
Als de informatiemodus is geselecteerd drukt u op
de toets decrease (verlagen) naast de toets Home
om elk van de volgende schermen in het middelste
dispay te selecteren:
UNITS (eenheden): druk, om van meeteenheid te
veranderen op de toets Enter of Speed increase
(snelheid verhogen). Om de afstand in mijlen te
bekijken, selecteert u ENGLISH. Om de afstand in
kilometers te bekijken, selecteert u METRIC.
DEMO MODE (demomodus): het bedie-
ningspaneel toont een demostand, die ontwikkeld
is voor gebruik als de loopband wordt geëtaleerd
in een winkel. Terwijl de demostand is aangezet,
kunt u het bedieningspaneel normaal gebruiken
wanneer u het snoer in het stopcontact steekt, de
stroomonderbreker in de resetpositie geplaatst
wordt, en de sleutel in het bedieningspaneel
gestoken wordt. Als u de sleutel eruit haalt, dan
blijven de displays verlicht hoewel de toetsen niet
werken. Het woord ON zal op het scherm verschij-
nen wanneer de demomodus aan is. Druk, om de
demo-instelling aan en uit te zetten, op de Enter
toets of op Speed (snelheid verlagen).
CONTRAST LVL: druk op de toetsen Incline (hel-
ling verhogen en verlagen) om het contrastniveau
van de displays aan te passen.
Als een module is aangesloten, kunt u ook een
van de volgende schermen selecteren:
23