AUtomAtIsChE BELIChtIngssErIEs
Onderwerpen met veel contrast, die zowel zeer heldere als zeer
donkere gebieden omvatten, kunnen - afhankelijk van de belichting
- zeer verschillende resultaten opleveren.
Met de automatische belichtingsreeks kunt u een reeks van drie
opnamen met verschillende belichtingsniveaus maken. Daarna kunt u
de meest gelukte foto voor verder gebruik uitkiezen.
1. Druk twee keer op de bovenste,
• De bijbehorende balans verschijnt.
2. Stel de gewenste gradatie in met de linker-/ rechterkant van de
kruisknop (26) of het instelwiel (23); mogelijke waarden zijn +3
t/m -3EV in
/
EV-stappen.
1
3
• De ingestelde gradaties zijn op de balans rood gemarkeerd.
3. Sla de instelling op met de knop
ontspanner
• Het pictogram Belichtingsreeksen verschijnt.
-kant van de kruisknop (25)
EV +/-
(15) of met de
MENU/SET
Aanwijzingen:
• Afhankelijk van het belichtingsprogramma worden de gradaties
gegenereerd door het wijzigen van de sluitertijd (
diafragma (
T
).
• De volgorde van de opnamen is: correcte belichting/onderbe-
lichting/overbelichting.
• Afhankelijk van de beschikbare combinatie sluitertijd/diafragma
kan het werkgebied van de automatische belichtingsreeks beperkt
zijn.
• Met de bovenste,
EV +/-
menu's voor belichtingsreeksen en fl its-belichtingscorrecties op.
Ze zijn in een oneindige lus geschakeld; u kunt ze daarom door
meermaals indrukken selecteren.
• Een ingestelde compensatie blijft actief totdat deze weer op
wordt gezet (zie stap 2), dat wil zeggen: ook na een aantal foto's te
hebben genomen en zelfs nadat u de camera hebt uitgezet.
145
P
/
A
/
kant van de kruisknop roept u ook de
M
) of het
±0