2. Druk op een andere knop om het alarm uit te schakelen. Het alarm zal
na 24 uur op de ingestelde tijd weer afgaan.
3. Tijdens de normale bedrijfsmodus wordt de achtergrondverlichting 10
seconden lang ingeschakeld door op de SNOOZE/LIGHT-knop te drukken.
INSTELLING VAN DE TEMPERATUURZOEMER
1. Houd de OMLAAG-knop in de normale weergavemodus gedurende 2
seconden ingedrukt om de temperatuurzoemer in te stellen. De tempe-
ratuurindicator voor de draadloze sensor zal knipperen en het symbool
zal ervoor worden weergegeven.
OPMERKING!
Zorg ervoor dat u het juiste kanaal voor de gewenste sensor hebt ingesteld.
2. Druk op de OMLAAG- of OMHOOG-knop om de gewenste waarde voor
de maximumtemperatuur in te stellen.
3. Druk op de MODE-knop om te bevestigen en naar de volgende instelling
te gaan.
4. De instelvolgorde is: temperatuurzoemer AAN/UIT >> hoogste tem-
peratuurgrens >> laagste temperatuurgrens. Als u de knop OMHOOG
of OMLAAG ingedrukt houdt en voortdurend op de knop drukt, zal de
waarde sneller veranderen.
16
OPMERKING!
Het bereik voor de maximale bovengrens is 70° en de maximale grens
voor lagere temperaturen is -50°.
5. Druk nogmaals op de MODE-knop om de instelling te bevestigen en te
verlaten.
OPMERKING!
Zolang de buitentemperatuur de ingestelde grenzen heeft overschreden
of onderschreden, zal het alarm elke minuut gedurende 2 seconden af-
gaan. Verder knippert het display voor de buitentemperatuur en de sym-
bolen
of
knipperen.
VORSTWAARSCHUWING
Als de vorstwaarschuwing geactiveerd is, klinkt er gedurende ca. 5 se-
conden een alarm en het symbool
tuur tussen -1,0 en +2,9 °C (+30,2 en 37,3 °F) ligt.
Activeer het temperatuuralarm en/of de vorstwaarschuwing
In de normale weergavemodus drukt u op de OMLAAG-knop om het tem-
peratuuralarm
, de vorstwaarschuwing
schakelen.
knippert zolang de buitentempera-
of beide tegelijk in of uit te