0: Juiste belichting geanalyseerd door het apparaat
3. Stel scherp en fotografeer het onderwerp.
Opmerking
Als [ISO] is ingesteld op [ISO AUTO], verandert de ISO-waarde automatisch zodat de
juiste belichting wordt verkregen met gebruikmaking van de diafragmawaarde en
sluitertijd die u hebt ingesteld. Als de diafragmawaarde en sluitertijd die u hebt ingesteld
niet geschikt zijn voor een juiste belichting, knippert de ISO-waarde op het scherm.
Het pictogram voor gemeten handmatig wordt niet afgebeeld wanneer [ISO] is ingesteld
op [ISO AUTO].
Als de hoeveelheid omgevingslicht buiten het meetbereik van gemeten handmatig valt,
knippert het pictogram voor gemeten handmatig.
Het waarschuwingspictogram SteadyShot wordt niet afgebeeld in de handmatige-
belichtingsfunctie.
De helderheid van het beeld op de monitor kan verschillen van die van het beeld dat in
werkelijkheid wordt opgenomen.
[35] Hoe te gebruiken
Geheug.nr. oproep.
Hiermee kunt u een beeld opnemen nadat veelgebruikte functies of camera-instellingen zijn
opgeroepen die van tevoren werden geregistreerd.
1. Zet de functiekeuzeknop in de stand MR (Geheug.nr. oproep.).
2. Druk op de linker-/rechterkant van het besturingswiel of draai het besturingswiel om het
gewenste nummer te selecteren, en druk daarna op
Opmerking
Registreer opname-instellingen van tevoren met [Geheugen].
Als u [Geheug.nr. oproep.] instelt na het voltooien van de opname-instellingen, krijgen de
geregistreerde instellingen voorrang en kunnen de oorspronkelijke instellingen ongeldig
worden. Controleer de indicators op het scherm voordat u opneemt.
[36] Hoe te gebruiken
Opnemen
Een opnamefunctie selecteren
Opnemen
Een opnamefunctie selecteren
in het midden.