4
Druk op de
middenknop.
Het paren wordt beëindigd
en de LINK-lamp op het
apparaat gaat groen
branden.
• Als de LINK-lamp op het
apparaat of de draadloze
ontvanger rood brandt, zijn
de apparaten niet met succes
aan elkaar gepaard. Voer
de procedure vanaf stap 1
opnieuw uit.
Een ontvanger niet
langer paren
Selecteer de MENU-knop
[PAIRING]
[LIST] op het
apparaat en plaats daarna de
cursor op
(wissen) van de
draadloze ontvanger die u niet
langer wilt paren en druk op de
middenknop.
• Tijdens het wissen van het
paren moet de draadloze
ontvanger zijn ingeschakeld.
Groepen
U kunt gepaarde draadloze
ontvangers indelen in maximaal
vijf groepen en de flitsfunctie of
het flitsniveau instellen voor elke
groep.
U kunt kiezen hoe de groep
moet worden ingesteld door
de status van de REMOTE-lamp
op de draadloze ontvanger om
te schakelen. Wanneer u de
GROUP-knop op de draadloze
ontvanger gedurende twee
seconden ingedrukt houdt, zal de
REMOTE-lamp gaan branden of
uit gaan.
Wanneer de REMOTE-lamp
brandt
U kunt de groep van de
draadloze ontvanger veranderen
door op het apparaat te
selecteren: MENU-knop
[RECEIVER SET].
Wanneer de REMOTE-lamp
uit is
U kunt de groep van de
draadloze ontvanger veranderen
door herhaaldelijk op de
GROUP-knop op de draadloze
ontvanger te drukken.
GROUP-knop
REMOTE-lamp
GROUP-lamp
NL
11
NL