S
C
L
AEY
OMFORT
INE
Wanneer men de zuurstoftoevoer naar het vuur te veel belemmert, dan verloopt de verbranding onvolledig en komen
er veel schadelijke stoffen vrij. Om de negatieve gevolgen hiervan te vermijden (bv. roet- en teervorming) laat men de
haard best bij ieder gebruik gedurende een half uur op vol vermogen branden.
Vermijd ook het overmatig toevoegen van brandstof (zie technische gegevens voor de aangepaste hoeveelheid). Als
gevolg daarvan komt er te veel warmte vrij en kan de temperatuur in de haard te hoog oplopen.
Verdere richtlijnen :
-
Probeer een zo hoog mogelijke temperatuur in uw kachel aan te houden. Hiervoor moet de kacheldeur
steeds gesloten blijven en enkele in korte fragmenten worden geopend om hout bij te vullen
-
Vul enkel bij op het einde van de verbrandingscyclus, en niet wanneer er nog een vol vlammenbeeld zichtbaar
is
-
De lading brandstof moet rekening houden met het gewicht aanbevolen door de fabrikant, afhankelijk van
ieder model
-
Vermijd ook om teveel fijn hout in uw kachel te verbranden in 1x, aangezien dit een slechte verbranding
teweeg brengt. Het hout stoot dan een teveel aan verbrandingsgassen uit die niet voldoende kunnen
opbranden.
Dit zorgt voor brandgevaar en vuile kahelruiten
NEDERLANDS
16