NL
Montagemogelijkheid
7
Plafondmontage
7
Montageaanwijzingen
Om verkeerde activeringen te vermijden moet de monta-
geplaats minstens 1 m van een lamp verwijderd zijn.
Bewegingen (bijvoorbeeld trillingen) van het toestel heb-
ben hetzelfde effect als bewegingen in het detectiebereik
(bijvoorbeeld struiken, bloemen, gordijnen, etc.) en kun-
nen tot foutieve activeringen leiden.
Daarom is een vaste montage van het toestel verplicht.
• Op de montagerichting letten.
6
• Niet in verticale wandmontage bedrijven.
6
6
22