9
9
L-Fn2-knoppen
Druk in om een functie uit te voeren die is toegewezen met behulp van
de camera. Zie voor meer informatie de beschrijving van [Aangepaste
knoptoewijzing], [Aangepaste knoppen] of [Aangepaste knoppen
(opname)] in de documentatie die met de camera is meegeleverd. Er zijn
vier knoppen rondom het objectief geplaatst met een tussenafstand van
90º.
10
Objectiefrotatie-indexen
Gebruiken wanneer u de camera draait om foto's te maken in landschap-
("liggend") of portretstand ("staand"). Er zijn vier indexen rondom het
objectief geplaatst met een tussenafstand van 90º.
"De statiefkraag gebruiken" (p. 25)
0
11
Statiefgondelrotatie-indexen
Gebruiken wanneer u de camera draait om foto's te maken in landschap-
("liggend") of portretstand ("staand"). Er zijn drie indexen rondom het
objectief geplaatst met een tussenafstand van 90º.
"De statiefkraag gebruiken" (p. 25)
0
10
10
11
Onderdelen van het objectief:
Namen en functies