4.8 Ventielen plaatsen
Gebruik bij voorkeur de toevoer- TFF en afvoerventielen EFF. Houd bij het
plaatsen van de ventielen rekening met volgende punten:
• Kies de plaats van de toevoerventielen zo dat vervuiling en tocht worden
voorkomen.
• De luchtsnelheid in het kanaal nabij een toevoerventiel dient zo laag mogelijk te
zijn en mag niet boven de 3 m/s komen.
• Plaats de toevoerventielen niet te dicht in de buurt van een muur om vervuiling
te voorkomen, houd bij voorkeur een afstand van minimaal 0,5 m aan.
• Houd bij het kiezen van ventielen rekening met de geluidsproductie en het
berekende luchtdebiet. Raadpleeg de productgegevens van de fabrikant. Om
de weerstand te beperken, raden we aan alleen ventielen te gebruiken die
gelijk zijn aan of groter dan ø125 mm.
• Zorg ervoor dat de toevoer- en afvoerventielen minstens 1,5 m uit elkaar liggen
zodat de luchtstromen niet met elkaar in contact kunnen komen.
• Maximumdebiet per afvoerventiel (125 mm): 75 m³/u.
• Maximumdebiet per toevoerventiel (125 mm): 50 m³/u.
• Maximumdebiet per afvoerventiel (160 mm): 100 m³/u.
• Maximumdebiet per toevoerventiel (160 mm): 70 m³/u.
20