3
Kabels en buitenkabels door het frame leiden
3.
Zet de afdichting op de buitenkabel van
de derailleur en steek de afdichting in de
onderzijde van de dropout aan aandrijfzijde.
4.
Doe de buitenkabel in de stopper op de
achterderailleur.
Installatie kabelgeleider op onderbuis
1.
Schuif de kabelgeleider in het gat op de
onderbuis en onder de kabels en remleiding
door.
2.
Klik de kabels en leiding in de juiste volgorde
en op de juiste plek in de geleiderklemmen
(van niet-aandrijfzijde naar aandrijfzijde):
1.
Achterrem
2.
Voorderailleur
3.
Achterderailleur
ACHTERREMKABEL
BUITENKABEL
ACHTERDERAILLEUR
BUITENKABEL
VOORDERAILLEUR
3.
Houd de buitenkabel en de leiding vast bij de
balhoofdbuis en schuif de geleider omlaag
de onderbuis in om de geleidegaten uit te
lijnen met de gaten in de onderzijde van de
onderbuis.
4.
Zet aan de onderkant van de onderbuis met
twee bouten de kabelgeleider vast aan het
frame. Aanhaalmoment van de bouten is 3 Nm.
Installatie afdekklepje op onderbuis
1.
Doe het afdekklepje op het bergingsgat in de
onderbuis.
OPMERKING
Zorg dat het lipje van het
afdekklepje bovenaan het bergingsgat zit.
6
3
Kabels en buitenkabels door het frame leiden
2.
Aanhaalmoment van de bouten is 1,2 Nm.
3.
Doe het afdekklepje erop met het hendeltje in
de richting van de aandrijfzijde.
KLEP DICHT
4.
Bekijk de procedure in de bijlage: Montage en
installatie van afdekklepje op onderbuis
B. Di2
Montage voorderailleurkabel
1.
Maak de voorderailleurkabel vast aan de
voorderailleur.
2.
Leid de kabel door de afdichting naar gat
onderaan de zitbuis en naar buiten bij de
bottom bracket.
3.
Zet de afdichting op zijn plek op het frame.
Montage achterderailleurkabel
OPMERKING
Installeer eerst de
achterrem en schuif de leiding door de
balhoofdbuis.
Tip van professionele bouwers:
Gebruik voor
deze montage de Park Tool IR-1.2 set voor interne
kabelgeleiding.
1.
Maak de achterderailleurkabel vast aan de
achterderailleur.
7