Bediening
Hou temperatuur/ vochtbronnen die de metingen kunnen
beïnvloeden (bv. handen) weg van de sensor om correcte
meetwaarden te waarborgen.
ã Toestel aanschakelen:
drukken.
De meetmodus opent.
ã Displayverlichting aanschakelen
3 Toestel is aangeschakeld.
drukken.
Displayverlichting dooft automatisch 10 sec. na het
laatste gebruik.
Meetgrooteenheid wisselen:
Instelbare eenheden
· % (relatieve luchtvochtigheid)
· td (dauwpuntstemperatuur)
· wb (nattebol-temperatuur)
drukken, gewenste eenheid verschijnt
ã Displayweergave wisselen:
Instelbare weergaves
· Hold: meetwaardes worden vastgehouden
· Max: Maximumwaarde sinds de laatste keer aangeschakeld of de laatste reset.
· Min: Minimumwaarde sinds de laatste keer aangeschakeld of de laatste reset.
meermaals drukken, tot de gewenste instelling.
ã Max-/ Min-waarde terugzetten:
1
meermaals drukken, tot de gewenste instelling.
2
ingedrukt houden tot
3 Stap 1 en 2 voor alle waarden herhalen, die teruggezet
moeten worden.
ã Meetinstrument uitschakelen:
ingedrukt houden, tot het display uitgaat.
- - - -
verschijnt.
Bediening
7