Volg altijd de instructies op die u op de verpakking van het wasmiddel aantreft. We raden u
wel aan het maximaal aangegeven niveau niet te overschrijden (
echter de beste wasresultaten geven.
Verwijder na de wascyclus indien vereist achtergebleven wasmiddel uit het wasmiddelvakje.
DE STAND VAN DE WASMIDDELKLEP
CONTROLEREN
1. Trek de wasmiddeldispenserlade zo ver
mogelijk naar buiten.
2. Druk de hendel omlaag om de dispenser te
verwijderen.
3. Draai de klep omhoog om waspoeder te
gebruiken.
4. Draai de klep omlaag om vloeibaar wasmiddel
te gebruiken.
Met de klep in de stand OMLAAG:
•
Gebruik geen geleiachtige of dikvloeibare
wasmiddelen.
•
Overschrijd de dosis voor het vloeibare
wasmiddel die op de klep staat aangeduid
niet.
•
Stel de voorwasfase niet in.
•
Stel de uitgestelde start niet in.
5. Doseer het wasmiddel en de wasverzachter.
6. Sluit de wasmiddeldispenserlade zorgvuldig.
20
Zorg ervoor dat de klep geen verstopping
veroorzaakt wanneer u de lade sluit.
EEN PROGRAMMA INSTELLEN
1. Draai de programmaknop op het gewenste
wasprogramma.
Het lampje van de knop Start/Pauze - Départ/
Pause
knippert.
Op het display verschijnt de geschatte
programmaduur.
2. Om de temperatuur en/of de
centrifugesnelheid te wijzigen, raakt u de
bijbehorende toetsen aan.
3. Stel indien gewenst een of meer opties in door
de desbetreffende knoppen aan te raken. De
bijhorende aanduidingen gaan vervolgens
branden in het display en de aangegeven
informatie wijzigt.
Indien een keuze niet mogelijk is
klinkt er een geluidssignaal en toont
het display
EEN PROGRAMMA STARTEN
Raak de Start/Pauze - Départ/Pause
om het programma te starten. Het is niet mogelijk
om het programma te starten wanneer het
indicatielampje van de knop uitgeschakeld is en niet
knippert (bijv. programmawijzer op een foute
positie).
Het bijbehorende indicatielampje stopt met
knipperen en blijft branden.
). Deze hoeveelheid zal u
.
toets aan