INHOUD I. INSTALLATIESCHEMA / VERBINDING VAN APPARATEN / VOORAANZICHTEN ......2 II. KENMERKENPLAATJE en TECHNISCHE GEGEVENS ..............55 III. ALGEMENE RICHTLIJNEN ....................... 56 IV. ECOLOGIE EN MILIEU ........................57 1. VERPAKKING ............................. 57 2. GEBRUIK ............................57 3. REINIGING ............................57 4.
II. KENMERKENPLAATJE en TECHNISCHE GEGEVENS LET OP Deze handleiding verstrekt aanwijzingen omtrent verschillende apparaten. De code van het door u aangeschafte apparaat staat vermeld op het plaatje, dat onder het bedieningspaneel zit (zie afb. boven). TABEL A - Technische gegevens gasapparaten +7STGH1000 MODELLEN +7STGH10G0...
III. ALGEMENE RICHTLIJNEN • Lees de handleiding aandachtig door voordat u het apparaat in gebruik neemt. • Bewaar de handleiding voor gebruik na de installatie • BRANDGEVAAR - Zorg ervoor dat er geen brandstoffen in het gebied rondom het apparaat aanwezig zijn.
IV. ECOLOGIE EN MILIEU V. INSTALLATIE • Alvorens het apparaat te installeren eerst aandachtig de 1. VERPAKKING aanwijzingen voor installatie en onderhoud in deze hand- De gebruikte verpakkingsmaterialen zijn milieu- leiding doorlezen. vriendelijk en kunnen zonder gevaar worden be- • De installatie, het onderhoud en de aanpas- waard of worden verbrand in een afval- sing aan andere gassoorten mogen uitsluitend verbrandingsinstallatie.
• Laat voldoende afstand tussen het apparaat en eventuele 4.2.1 VERBINDINGSSCHOUW brandbare wanden. Geen brandbare materialen of vloei- • Verwijder het rooster van de rookafvoer. stoffen bewaren in de buurt van het apparaat. • Installeer de verbindingsschouw volgens de bij het •...
• Vergelijk de waarde die wordt gemeten door de 5. AANSLUITINGEN manometer met de gegevens in tabel B (zie Bijlage hand- • Alle installatie- of onderhoudswerkzaamheden leiding). aan voedingsinstallaties (gas, elektriciteit, • Als de manometer een druk meet die buiten het waarden- water) mogen uitsluitend verricht worden door bereik van tab.B ligt, mag het apparaat niet worden inge- de nutsbedrijven of door een erkend...
5.1.6.1 VERVANGING VAN DE SPROEIER VAN DE 6. VEILIGHEIDSTHERMOSTAAT HOOFDBRANDER KOOKPLAAT Sommige modellen van onze apparaten hebben een (fig.3A / 3C / 3E) veiligheidsthermostaat die automatisch ingeschakeld wordt • Draai de schroef “A” en de sproeier “C” los. wanneer er temperaturen worden geconstateerd die hoger •...
Uitschakeling van de gloeiplaat VI. GEBRUIKSAANWIJZINGEN • Draai de knop “A” van de stand “grootste vlam” of “klein- ste vlam” in de stand “ontsteking waakvlam”. • Om de waakvlam uit te schakelen, drukt u de knop ge- 1. GEBRUIK VAN DE GLOEIPLAAT deeltelijk in en draait u hem op de stand “uit”.
3. GEBRUIK VAN DE OVEN VII. REINIGING Inschakeling De bedieningsknop van de thermostaatklep heeft de vol- gende gebruiksstanden: PAS OP! Alvorens reinigingswerkzaamheden te gaan uitvoeren, moet de elektrische voeding van het apparaat worden afgekoppeld. uit-stand ontsteking waakvlam 1. BUITENKANT waakvlam GESATINEERDE STALEN OPPERVLAKKEN (dagelijks) brander •...
4. BINNENZIJDEN 1.2 ONDERHOUDSPROGRAMMA (om de 6 maanden) • Het wordt aanbevolen het apparaat minstens eenmaal WAARSCHUWING! Werkzaamheden die men dient te per 12 maanden te laten controleren door een erkend laten verrichten door gespecialiseerde technici. vakman. Hiervoor wordt het sluiten van een •...