5.8
Menu Maintenance (onderhoud)
In dit deel kunt u de onderhoudsparameters instellen in de volgende schermen:
•
Bedrijfstijd van verdamperpomp/condensorpomp
•
Bedrijfstijd en aantal keer opstarten compressor
•
PID-besturingsstatus (alleen master)
•
Correctie van druk- en temperatuursensoren
•
Correctie van bedrijfstijd compressor
•
Correctie van aantal keer opstarten compressor
•
Correctie van sensor compressorbelasting
Na het invoeren van het onderhoudspaswoord krijgt u toegang tot de schermen voor het instellen van
onderhoudsparameters.
5.9
Servicemenu
In dit deel kunt u serviceparameters definiëren door een paswoord in te voeren en naar de volgende schermen te gaan:
•
Compressorbesturing (OFF/AUTO/MANUAL) en compressorbelasting in handbediende stand
•
Alarms resetten
•
Softload resetten
•
Olieverwarming resetten
5.10 Alarmmenu
Ingeval van een alarmconditie hoort u de ZOEMER van het display. Druk op de alarmtoets om de actuele storing weer
te geven. Druk twee keer op de alarmtoets om de zoemer te doen stoppen en druk drie keer op de toets om het alarm te
wissen.
OPMERKING: Na een alarm is het soms mogelijk dat een schijnalarm van een mislukte ster/driehoek-overgang wordt
aangegeven. Los in dat geval eerst het eerdere alarm op, en kijk daarna de elektrische aansluitingen alleen na als het
schijnalarm weer wordt aangegeven.
Als het alarm niet wordt gewist wanneer u weer op de alarmtoets hebt gedrukt, betekent dit dat de storingsconditie nog
niet is opgelost.
5.11 Bufferalarm-menu
In dit deel worden de laatste tien alarms van elk koelercircuit opgeslagen.
Op elk scherm staat de datum, tijd en beschrijving van het alarm. Druk op de enter-toets wanneer een alarmbeschrijving
op het scherm staat om de bedrijfscondities op het moment van het alarm weer te geven (temperatuur, druk, stand
expansieklep en compressorbelasting).
5.12 Alarmlijst
In de volgende tabel staan de mogelijke alarms met identificatienummer, oorzaak en het type van reset (A = automatisch,
H = handmatig)
Alarm
001 Fasebewaking
002 Bevriezingsalarm
005 Alarm verdamperstroming
006 Lagedrukalarm
007 Schakelaar hoge perstemperatuur
008 Storing omschakeling
009 Lage oliedruk
010 Lagedrukschakelaar
011 Hoog oliedrukverschil
012 Hogedrukschakelaar
016 Overbelasting compressor
023 Hogedrukalarm
Oorzaak van alarm
Activering van de fasebewaking.
Vorstbescherming. De uitlaatwatertemperatuur heeft de
antivries-waarde bereikt.
Actie door verdamperstromingsschakelaar bij conditie met lage
stroming. De waterpomp staat mogelijk uit.
Lage oliedruk.
Actie door perstemperatuurschakelaar
Opstartprocedure niet compleet. Controleer de sequentie
De oliedruk is te laag voor een goede smering van de
compressor. Controleer of de condensatiedruk hoog genoeg is.
Hoge olieverschildruk. Het oliefilter is misschien vuil.
Actie door mechanische hogedrukschakelaar
Actie door thermische beveiliging van compressormotor of
door hogetemperatuurschakelaar
Actie door microchip bij hoge druk
Reset
H
H
H
H
H
H
H
H
H
H
H
21