Alle beschrijvingen van de werking in deze handleiding gelden voor bedieningssoftware versie 10.100 en latere revisies. De bedrijfskenmerken en menuselecties van de koeler kunnen verschillen van die van andere versies van de bedieningssoftware. Neem contact op met Daikin Service voor informatie over software-updates. Voorzorgsmaatregelen bij de installatie Waarschuwing Risico voor elektrische schokken.
2. Hoofdkenmerken van bedieningssoftware • Beheer van watergekoelde schroefkoelers. • Besturing van watertemperatuur aan verdamper-/condensoruitlaat of beide. • Besturing van temperatuur aan uitlaat binnen ± 0,1 °C (bij stabiele belasting). • Opvangen van plotse belastingsdalingen van tot 50%, met een maximale afwijking van 3°C in de gestuurde temperatuur.
3. Beschrijving van de componenten Bedieningspaneel Het bedieningspaneel bestaat uit een display met achtergrondverlichting met 4 lijnen van 20 tekens en een klavier met 15 toetsen met de hieronder beschreven functies. Afbeelding 1. Bedieningspaneel - vooraanzicht Display met achtergrondverlichting Toetsen Afbeelding 2.
Pagina 7
Hoofdkaart De besturingskaart bevat de voor het monitoren en besturen van de unit vereiste hardware en software. Afbeelding 3. Hoofdkaart 1. Voeding G (+), G0 (-) 2. Status-led 3. Zekering 250 V AC 4. Universele analoge inputs (NTC, 0/1 V, 0/10 V, 0/20 mA, 4/20 mA) 5.
Pagina 8
Driver elektronische expansieklep De kleppen-drivers bevatten de software voor de besturing van de elektronische expansieklep en zijn aangesloten op de batterijgroep die ingeval van een stroompanne stroom levert om de klep te sluiten. Afbeelding 5. Driver Afbeelding 6. Binnenkant van driver Microschakelaars adressering Status-led Ineensteken...
Betekenis van de status-led’s van de EEXV-driver Onder normale omstandigheden geven vijf (5) led’s het volgende aan: • POWER: (geel) brandt continu zolang er stroom is. Brandt niet bij werking op batterij. • OPEN: (groen) Knippert terwijl de klep opent. Brandt wanneer de klep volledig open is. •...
Pagina 10
4. Inputs/outputs van controller De software configureert de input- en output-kanalen van de controller zoals hieronder afgebeeld. Luchtgekoelde koelers (Unit config. 00) Digitale inputs Nr COMPRESSOR 1 COMPRESSOR 2 COMPRESSOR 3 COMPRESSOR 4 Compressor aan/uit Compressor aan/uit Compressor aan/uit Compressor aan/uit Stromingsschakelaar verdamper Unit aan/uit...
Pagina 12
Analoge inputs N COMPRESSOR 1 COMPRESSOR 2 COMPRESSOR 3 COMPRESSOR 4 Watertemperatuur verdamperinlaat Watertemperatuur aan Watertemperatuur uitlaat Watertemperatuur aan verdamperuitlaat (of verdamper 1 uitlaat verdamper 2 (voor gemeenschappelijke units met 2 verdampers) temperatuur aan verdamperuitlaat voor units met 2 verdampers) Verandering instelpunt Beperking van unitbelasting...
5. Display en klavier Het display en het klavier zijn de voornaamste elementen van de interface tussen de operator en de unit. Alle bedrijfscondities, alarms en instelpunten kunnen op het display worden gemonitord, en alle instelpunten kunnen worden gewijzigd met het klavier. Algemene beschrijving Het klavier bestaat uit 15 toetsen voor toegang tot de bedrijfscondities van de unit en de programmafuncties.
Toetsen klavier en functies Afbeelding 9. Klavier • prog: na het invoeren van het gebruikerspaswoord kunnen de volgende parameters worden ingesteld: - Limietwaarden instelpunten - Parameters verandering instelpunt - Activering dubbel instelpunt - Regelparameters - Opstart- en uitschakelparameters - Softload-parameters - Parameters opstarten met warm water - Parameters uitschakeling wegens buitentemperatuur (ambient lockout) - Unitbeperking...
• (=maint): na het invoeren van een paswoord kunt u naar de onderhoudsparameters gaan • menu: hoofdmenu weergeven • info: omschakelen tussen de platen (met de parameters van de overeenkomstige compressor) • Omschakelen van koeler op warmtepomp (alleen indien geactiveerd) •...
Pagina 18
- No comps available: Unit aan met geen compressoren beschikbaar voor automatisch beheer (compressoren uitgeschakeld, in alarmconditie of in handbediende stand) • Status unitbeperking (indien geactiveerd) • Watertemperatuur aan verdamperinlaat/-uitlaat (of gemeenschappelijke temperatuur voor units met twee verdampers) • Temperatuur aan uitlaat eerste en tweede verdamper (units met twee verdampers) •...
Pagina 19
Vertraging tussen start hoofdpomp en compressor Vertraging voor uitschakelen hoofdpomp Digitale input aan/uit op afstand Monitor aan/uit op afstand: Automatisch herstarten na stroomonderbreking activeren Unit uitschakelen door extern alarm Timerprogrammering Draaien van maandag tot vrijdag Draaien zaterdag Draaien zondag 18 dagen voor geforceerd uit Nieuw paswoord invoeren Instelmenu In dit deel kunt u de waarden voor de instelpunten instellen en weergeven:...
Pagina 20
Max number of pulses to unload compressor Min. time interval before a compressor is allowed to re-start 600 s Min. time interval before any other compressor is allowed to start 120 s Min running time for compressors 120 s 180 s Min stop time for compressors Interstage Timer 210 s...
Menu Maintenance (onderhoud) In dit deel kunt u de onderhoudsparameters instellen in de volgende schermen: • Bedrijfstijd van verdamperpomp/condensorpomp • Bedrijfstijd en aantal keer opstarten compressor • PID-besturingsstatus (alleen master) • Correctie van druk- en temperatuursensoren • Correctie van bedrijfstijd compressor •...
030 B1-sensor /input defect of niet aangesloten 031 B2-sensor /input defect of niet aangesloten 032 B3-sensor /input defect of niet aangesloten 033 B4-sensor /input defect of niet aangesloten 034 B5-sensor /input defect of niet aangesloten 035 B6-sensor /input defect of niet aangesloten 036 B7-sensor /input defect of niet aangesloten...
7. Instelpunt watertemperatuur resetten De controller biedt ook veel opties om de unit te regelen met bepaalde logica of externe signalen. Eén van de functies die heel nuttig voor ingenieurs en technici is, is de mogelijkheid om het lokale besturingsinstelpunt van het gekoeld water als volgt te veranderen: 1.
Pagina 24
Aan/uit netwerk: Met deze functie kan de unit worden opgestart en stilgelegd via het monitoringsysteem. Als de functie geactiveerd is, verschijnt "Off Rem" op het status-display van de unit. Buitentemperatuur aan/uit: Met deze functie kan de unit worden opgestart en stilgelegd op basis van de buitentemperatuur.
(enkele tienden van een seconde) tot de status “ON LINE” wordt (dit betekent dat het programma verbinding heeft met de controller). Selecteer dan de map “Upload” en het deel “Application” en selecteer alle door Daikin geleverde programmabestanden (één bestand in “blb files” en één of meerdere bestanden in “iup files”).
Pagina 26
Uploaden met programmeersleutel Om het programma te uploaden met de programmeersleutel (nr. 129150106), moet het programma eerst naar de sleutel worden geüpload, waarna het naar één of meerdere controllers kan worden gedownload. Dezelfde procedure moet worden gebruikt voor beide stappen, maar selecteer de juiste stand van de schakelaar van de sleutel: Stand schakelaar Type overdracht Sleutelprogrammering vanaf controller...
Aanhangsel 2: Opstartsequentie unit Hierna worden de procedures voor het opstarten, beheer en stilleggen van de unit beschreven. Daarnaast wordt ook het comprimeren en decomprimeren van de compressoren beschreven. Unit start gevraagd Verdamper- en condensorpomp start Stromingsschakelaar verdamper OK binnen 20 s UNIT-ALARM 005 (Alarm verdamperstroming)
Pagina 28
Vraag uitschakeling unit Uitschakeling compressoren (zie uitschakeling compressoren in procedure voor opstarten en beheer) UNIT-ALARM 005 Stromingsschakelaar opent binnen 180s (ingesteld (Alarm verdamperstroming) door gebruiker) Uitschakeling verdamper- en condensorpomp Uitschakeling unit Beheer van opstarten en compressie van compressoren (4 compressoren) Stap nr.
Pagina 29
Vast op 100% Vast op 100% Compressie tot 100% Vast op 75% Vast op 100% Vast op 100% Vast op 100% Compressie tot 100% Vast op 100% Vast op 100% Vast op 100% Vast op 100% Beheer van decompressie en stilleggen van compressoren (4 compressoren) Stap nr.
Aanhangsel 3: pLAN-instellingen Deze stappen moeten worden uitgevoerd wanneer een terminal aan de pLAN wordt toegevoegd of als de instellingen worden veranderd. 1. Druk de toetsen “Omhoog”, “Omlaag” en “Enter” minstens 10 seconden in menu' prog. inver. estate info 2. Een scherm met het adres van de terminal en de plaat verschijnt. Terminal Adr: 16 I/O Board Adr: n...
Pagina 32
Daikin-units zijn conform met de Europese regelgeving die de veiligheid van het product garanderen. Daikin Europe N.V. neemt deel aan het EUROVENT-certificatieprogramma. De producten zijn zoals vermeld in de EUROVENT Directory of Certified Products (EUROVENT Lijst van gecertificeerde producten). DAIKIN EUROPE N.V.