Mengpaneel-gedeelte
1
2
3 45
PHONO1/
TRIM
DECK1
LINE1
9
HI
HEADPHONES
MIXING
j
9
MID
CUE
MASTER
LEVEL
i
9
LOW
0
CH1
CH2
h
9
FILTER
g
b
CH1
10
9
8
7
6
d
5
4
3
2
1
0
1 DECK1/PHONO1/LINE1 keuzeschakelaar
Hiermee selecteert u de [CH 1]-signaalbron voor de apparatuur die
op dit toestel is aangesloten.
! Indien ingesteld op [PHONO/LINE], kan het mengpaneelgedeelte
worden gebruikt als DJ-mengpaneel. In dit geval kan het effectge-
deelte van de respectievelijke decks worden gebruikt.
2 EQ (HI, MID, LOW) instellingen
Deze regelen de toonweergave van de diverse kanalen.
Deze regelen respectievelijk de [HI] (hoge tonen), [MID] (middento-
nen) en [LOW] (lage tonen).
3 TRIM instelling
Regelt het niveau van de geluidssignalen die binnenkomen via elk
kanaal.
4 LEVEL-indicator
Dit geeft de audioniveaus van de respectievelijke kanalen weer.
! Druk op de [MASTER]-toets om het kanaal waarvoor het audioni-
veau wordt weergegeven om te schakelen.
5 MASTER LEVEL instelling
Regelt de geluidssterkte van de weergave via de [MASTER OUT 1] en
[MASTER OUT 2]-aansluitingen.
6 MASTER knop
Dit schakelt het kanaal dat wordt aangegeven op de [LEVEL]-
indicator om.
— Indien uit: Het niveau van het audiosignaal dat binnenkomt op
[CH 1] (kanaal 1) en [CH 2] (kanaal 2) wordt aangegeven op de
[LEVEL]-indicator.
— Indien aan: Het niveau van het audiosignaal dat wordt geprodu-
ceerd via de [MASTER OUT 1] en [MASTER OUT 2]-aansluitin-
gen wordt aangegeven op de [LEVEL]-indicator.
7 DECK2/PHONO2/LINE2 keuzeschakelaar
Hiermee selecteert u de [CH 2]-signaalbron voor de apparatuur die
op dit toestel is aangesloten.
6
3
2
7
PHONO2/
TRIM
LINE2
DECK2
MASTER
LEVEL
9
HI
MIC
LEVEL
8
9
MID
0
EQ
9
9
LOW
LOW
HI
LEVEL
ON/OFF
MASTER
a
9
MIC
FILTER
b
AUTO MIX
c
CH2
10
9
8
7
6
d
5
4
3
2
1
CROSS F.
0
CURVE
THRU
f
e
! Indien ingesteld op [PHONO/LINE], kan het mengpaneelgedeelte
worden gebruikt als DJ-mengpaneel. In dit geval kan het effectge-
deelte van de respectievelijke decks worden gebruikt.
8 MIC LEVEL-instelling
Regelt het niveau van de geluidssignalen die binnenkomen via de
[MIC]-aansluiting.
! Gebruik de [MIC ATT.]-instelling op het achterpaneel van dit
toestel om het audioniveau af te stellen voor DJ-optredens.
9 MIC EQ-instelling
Deze regelt de geluidskwaliteit van de microfoon.
a MIC (ON/OFF) knop
Zet de microfoon aan/uit.
b FILTER-instelling
— Draai met de klok mee om het hoogdoorlaatfilter toe te passen.
— Draai tegen de klok in om het laagdoorlaatfilter toe te passen.
= Gebruik van de filterfunctie (blz.22)
c AUTO MIX knop
Dit zet de automatische mengfunctie aan en uit.
= Gebruik van de automatische mengfunctie (blz.27)
d Kanaal-fader
Regelt het niveau van de geluidssignalen die worden uitgestuurd via
elk kanaal.
e CROSS F. CURVE (THRU,
(crossfader-curveschakelaar)
Voor omschakelen van de crossfader-curvekarakteristiek.
f Crossfader-regelaar
Het geluid van de respectievelijke kanalen wordt geproduceerd aan
de hand van de curvekarakteristieken die zijn geselecteerd met de
[THRU,
,
]-keuzeschakelaar.
(CH2) knop
g
Het geluid van [CH 2] is te horen.
(CH1) knop
h
Het geluid van [CH 1] is te horen.
i HEADPHONES LEVEL instelling
Regelt de geluidssterkte van de weergave via de
[PHONES]-aansluiting.
j HEADPHONES MIXING instelling
Regelt de balans van het meeluistervolume tussen het geluid van het
deck waarvoor de [
]-toets wordt ingedrukt en het mastergeluid.
Bijregelen van de geluidskwaliteit
Draai aan de [HI], [MID], [LOW]-instellingen voor de
diverse kanalen.
! Het geluid voor dat bereik kan ook helemaal worden uitgeschakeld
door de knop helemaal naar links te draaien (isolatiefunctie).
Meeluisteren via een hoofdtelefoon
1 Sluit een hoofdtelefoon aan op de
[PHONES]-aansluiting.
Nadere aanwijzingen voor het aansluiten vindt u onder Aansluiten van de
in/uitgangsaansluitingen op bladzijde 11.
2 Druk op de [
(CH1)] of [
Kies het kanaal dat u wilt beluisteren.
,
)
(CH2)]-toets.
Nl
21