13 VERBINDEN MET HET HOSTAPPARAAT
De printer ondersteunt via een interfacekabel seriële, USB-, USB + Serieel-, of Ethernet-communicatie,
afhankelijk van het model. De instellingen van de printer zijn afhankelijk van het printermodel en van de
gebruikte communicatiemethode. Zie "RP-E10 SERIE THERMISCHE PRINTER TECHNISCHE
GEGEVENS".
Voor seriële, USB-, of Ethernet-communicatie hebt u een afzonderlijke interfacekabel nodig. Zie "18.
SPECIFICATIES" voor informatie over de interfacespecificaties.
De communicatiesnelheid kan afnemen, afhankelijk van de gegevensverwerking van de software en van het
afdruktype en -grootte.
Seriële/USB-/Ethernet-communicatie via interfacekabel
(1) Schakel het apparaat uit.
(2) Sluit de interfacekabel aan op de juiste aansluiting achterop de printer.
(Vergrendel een USB-kabel met de draadklem zoals hieronder is afgebeeld.)
(3) Schakel de printer in en verzendt data van het hostapparaat naar de printer.
(4) Controleer of de data goed worden afgedrukt.
Kabelbinder
De USB-interfacekabel en de USB-kabel vastzetten
Seriële interfacekabel
25