Inhoudsopgave
Advertenties
AW_SP4200_Manual_G05_150723.ai 30 2015/7/23
11:23:05
Opnemen
Met de gebruiksvriendelijke Song-opnamefuncties kun je je eigen
opvoering opnemen in een Gebruikerssong. Er kunnen 5 Gebruikers-
songs worden opgenomen met elk 6 individueel op te nemen
sporen/partijen (1 begeleidingsspoor, 5 melodiesporen).
Opname starten
Voordat je gaat opnemen moet je een gebruikerssong om in op te
nemen.
1.
Houd [SHIFT] ingedrukt en druk op [RECORD] voor de modus voor
gebruikerssongkeuze. Het LCD toont "RecSong1" en het
sequencenummer. Gebruik het datawiel of de toetsen [+/YES] / [-/NO]
om de gebruikerssong te kiezen waarin je wilt opnemen.
2.
Houd [SHIFT] ingedrukt en druk nogmaals op [RECORD] voor de
modus voor opnamevoorbereidingen. Het "REC"-icoon licht op, vier
tellen en het systeem kiest automatisch een leeg spoor "Melody1" of
een ander spoor dat op het LCD knippert.
3.
In deze voorbereidende fase kun je parameters instellen zoals het
geluid, de style en het tempo. Op de opname van een nieuwe song
kiest het systeem automatisch "Melody 1" als opnamespoor. Houd
[SHIFT] ingedrukt en druk op "ACCOMP" (of "MELODY1" tot "MELODY
5") om je eigen keuze te maken.
Het ACCOMP-spoor (begeleiding) en één van de MELODY-sporen
kunnen tegelijkertijd worden opgenomen. Twee MELODY-sporen
tegelijkertijd gaat echter niet.
4.
Druk op de START/STOP-toets of bespeel het klavier om de opname
te starten. Wanneer het ACCOMP-spoor is gekozen en A.B.C. is actief
dan kun je door een daadwerkelijk akkoord in de linkerhandzone te
splen of het indrukken van [START/STOP] de opname starten.
Een spoor kiezen
De cursor van de sporen kent 3 staten: knipperend, continu aan en uit.
Knipperen: het spoor is gekozen voor opname. Als er al opgenomen
data op staan, worden deze vervangen..
Continu aan: dit spoor bevat opgenomen data, die zullen worden
afgespeeld tijdens het opnameproces van de andere sporen.
Uit: Er staan geen data op dit spoor of er staan wel data op, maar die
kunnen niet worden afgespeeld. De 3 staten kunnen worden gewisseld
door herhaaldelijk op de betreffende knop te drukken om het "ACCOMP"-,
"MELODY 1"- of "MELODY 2"-spoor te kiezen.
Notes:
1. Neem de style op op een begeleidingsspoor en een melodie op
een melodie-spoor.
[ACCOMP], [MELODY 1] ~ [MELODY 5]-toetsen om de status van een
spoor te veranderen.
Wanneer je opneemt in een bestaande song, kiest het keyboard
automatisch een leeg spoor naast een al bezet spoor. Bijvoorbeeld:
als "Melody 1" al bezet is, wordt "Melody 2" gekozen voor de
opname.Als alle zes de sporen bezet zijn, wordt "Melody 1" gekozen
om de opname op te slaan.
30
SHIFT
ACCOMP
O.T.S.
M1
M2
MELODY 1
MELODY 2
MELODY 3
MELODY1
MELODY2
MELODY3
MELODY4
MELODY5
BANK
RECORD
/ YES
START / STOP
/ NO
SHIFT
M3
M4
M5
MELODY 4
MELODY 5
Advertenties
Inhoudsopgave
