2 Veiligheidsvoorschriften
NL
6
Technische wijzigingen voorbehouden
– ... onder druk staande koppelingen openen.
– ... niet-aangesloten slangkoppelingen onder druk zetten.
– ... de maximale bedrijfsdruk overschrijden.
– ... het apparaat zonder toezicht ingeschakeld laten.
– ... het apparaat in contact brengen met bijtende vloeistoffen.
– ... het apparaat gebruiken, terwijl de bedieningshandleiding niet volledig is ge-
lezen en begrepen.
– ... het apparaat opslaan of bedienen bij temperaturen hoger dan 45 °C
(113 °F).
– ... het apparaat gebruiken in explosiegevaarlijke omgevingen.
2.4
Persoonlijke beschermende uitrusting
Bedienings- en onderhoudspersoneel moet tijdens alle werkzaamheden de per-
soonlijke beschermende uitrusting dragen. De persoonlijke beschermende uit-
rusting omvat ten minste de volgende voorzieningen:
– Veiligheidsschoenen: tijdens alle werkzaamheden aan het apparaat
– Veiligheidsbril: tijdens alle werkzaamheden aan het apparaat
– Handschoenen: tijdens het monteren en uitladen van het apparaat
2.5
Resterend gevaar bij gebruik van het apparaat
Is het apparaat liggend getransporteerd of werd het sterk gekanteld, dan bestaat
het risico dat er olie uit de pomp lekt.
Zorg dat het apparaat tijdens transport altijd rechtop staat.
Tijdens bedrijf bestaat het risico dat er een hydraulische slang barst of een
schroefverbinding lekt. Hierdoor kan olie onder hoge druk naar buiten treden.
Draag tijdens alle werkzaamheden aan het apparaat de persoonlijke bescher-
mende uitrusting zie paragraaf 2.4 "Persoonlijke beschermende uitrusting").
Het risico bestaat dat kleine deeltjes met hoge snelheid uit het bewerkingsbereik
worden geslingerd (bijv. door het scheuren van een rubberen afstrijker bij het
aanbrengen van gaten, het afbreken van gereedschap of een verkeerde combi-
natie van gereedschappen bij het aanbrengen van gaten).
Draag tijdens alle werkzaamheden aan het apparaat de persoonlijke bescher-
mende uitrusting zie paragraaf 2.4 "Persoonlijke beschermende uitrusting").
Als gevolg van het hoge gewicht bestaat er bij de montage van de buigmatrijs
resp. de spandoorn gevaar om tussen de gereedschappen en de basisbehuizing
van het apparaat bekneld te raken.
Voer de plaatsing van het apparaat met de nodige zorgvuldigheid uit en neem
de maximaal toegestane tilgewichten voor personen in acht.
Indien met het apparaat rails worden bewerkt die zijn vervaardigd van materiaal
dat niet is toegelaten of van materiaal dat te dik is, dan bestaat het risico dat de
gereedschappen beschadigd raken en delen daarvan versplinteren.
Bewerk alleen materialen conform het voorgeschreven gebruik (zie paragraaf 3
"Voorgeschreven gebruik") en de technische gegevens (zie paragraaf 5 "Tech-
nische gegevens").
Indien met het apparaat lange rails worden bewerkt, dan bestaat het gevaar dat
deze rails van de bewerkingswagen kantelen.
Ondersteun lange rails met geschikte, stabiele middelen om onbedoeld kante-
len en daarmee het risico op letsel te voorkomen.
Rittal railkoperbewerking mobiel CW 120-M