Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Railkoper Of Aluminium Rails Ponsen - Rittal CW 120-M Bedieningshandleiding

Railkoperbewerking mobiel
Inhoudsopgave

Advertenties

Rittal railkoperbewerking mobiel CW 120-M

10 Railkoper of aluminium rails ponsen

Het materiaal moet vlak op het tafelblad liggen. Positioneer het railkoper of de
aluminium rail zodanig dat het middelpunt van de buiging overeenkomt met het
laserpunt of dat de zijkant is uitgelijnd op de afgestelde aanslag.
Sluit de veiligheidskap.
Opmerking:
De veiligheidskap is verbonden met een interne veiligheidsschake-
laar. Bij geopende veiligheidskap kan de bewerking niet worden ge-
start. Anderzijds is het altijd mogelijk om de bewerking te stoppen
door de veiligheidskap te openen.
Waarschuwing!
Het gevaar bestaat dat er bij het buigen van railkoper of alu-
minium rails kleine deeltjes met hoge snelheid uit het bewer-
kingsbereik worden geslingerd.
Draag tijdens alle werkzaamheden aan het apparaat de
persoonlijke beschermende uitrusting zie paragraaf 2.4
"Persoonlijke beschermende uitrusting").
Start het buigproces door de voetschakelaar tot aan het eerste drukpunt te be-
dienen (voetpedaal tot ongeveer halverwege intrappen, overeenkomend met
een kracht van ca. 20 kg).
De hydraulische pomp wordt geactiveerd en leidt de oliestroom naar het ge-
reedschap.
Houd de voetschakelaar ingetrapt tot de elektronische hoekscanner het buig-
proces beëindigt.
De pomp wordt gedeactiveerd en het gereedschap keert terug naar de uit-
gangspositie.
Opmerking:
Afhankelijk van de dikte en toestand van het materiaal moet de
hoekinstelling op het apparaat iets worden aangepast om de ge-
wenste buighoek van het railkoper of de aluminium rail te realiseren.
Is de hoek eenmaal correct ingesteld, dan hoeft dit niet opnieuw te
gebeuren zolang hetzelfde materiaal wordt bewerkt.
Zet de netschakelaar in stand (0) om het apparaat uit te schakelen.
10
Railkoper of aluminium rails ponsen
Het ponsen van railkoper of aluminium rails vindt plaats met behulp van een
stempel (afb. 7, 41) en de hierbij passende matrijs (afb. 7, 44). Stempels en ma-
trijzen voor langwerpige gaten zijn voorzien van extra stiften (afb. 7, 48) of groe-
ven (afb. 7, 49). Dit vergemakkelijkt de hoekpositionering.
De geponste gaten kunnen de volgende maximale afmetingen hebben:
– Ronde gaten: diameters van 6,6 mm t/m 21,5 mm
– Langwerpige gaten: 21 mm x 18 mm (breedte x lengte)
Technische wijzigingen voorbehouden
NL
15

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

4055.800

Inhoudsopgave