4.1.4
Schakelaar richtingaanwijzers
Door deze schakelaar naar rechts te duwen activeert u de richtingaanwijzers
aan de rechterzijde. Door de schakelaar naar links te duwen activeert u de rich-
tingaanwijzers aan de linkerzijde. Vergeet deze niet na gebruik uit te schakelen
door ze in de neutrale positie terug te zetten. Indien de richtingaanwijzers zijn
ingeschakeld hoort u een pieptoon.
4.1.5
Accu-indicatiemeter
Deze meter geeft de spanning weer door middel van blokjes. Naarmate de span-
ning van de accu's afneemt zal de meter langzaam van boven naar beneden
bewegen. Voorkom altijd dat de blokjes zich enkel beneden bevinden, zodat u
ten alle tijden uw bestemming kunt bereiken en de accu's weer kan opladen.
4.1.6
Indicator richtingaanwijzer
Zodra u richting aangeeft naar links, gaat het linker lampje knipperen. Zodra u
richting aangeeft naar rechts, gaat het rechter lampje knipperen. Indien u de
gevarendriehoek schakelaar activeert, gaan beide lampjes knipperen.
4.1.7
Indicator hoge / lage snelheid
Wanneer u de hoog/laag schakelaar in de lage stand heeft gezet, zal het er een
L op het display staan. Heeft u de schakelaar in de hoge stand gezet, dan zal er
een H op het display te zien zijn.
4.1.8
Contactslot
Plaats de sleutel in het contactslot en draai de sleutel in de horizontale positie
om de scootmobiel in te schakelen. Om de scootmobiel uit te schakelen draait u
de sleutel terug in verticale positie en verwijdert u de sleutel.
9