7.
ONDERHOUD
7.1
Controle en servicebeurt
Alles wat gebruikt wordt, heeft onderhoud nodig. Zo ook uw scootmobiel. Voor
storingsvrij gebruik van uw scootmobiel dient deze met regelmaat een service-
beurt van uw dealer te krijgen.
Hieronder is weergegeven wat u kunt doen aan controle en hoe frequent dit
gedaan dient te worden:
Dagelijks:
Opladen van de accu's na gebruik. Bij voorkeur 's nachts.
Wekelijks:
Controle van bandenspanning en verlichting.
Maandelijks:
Reinigen van de scootmobiel en het reinigen van de bekleding
(indien nodig).
Het is raadzaam uw scootmobiel eenmaal per jaar of bij zeer intensief gebruik
halfjaarlijks te laten controleren door uw dealer. Het onderhoud dat u zelf kunt
uitvoeren, is in de vorige paragraaf aangegeven.
LET OP!
Op de banden staat een maximale bandenspanning vermeldt. Denk er
aan dat dit de maximale bandenspanning is en dat de banden nooit hoger dan
deze spanning opgepompt mogen worden! De ideale bandenspanning is 2.2 bar.
7.2
Accu's en het opladen van de accu's
Uw Leopard 3/4 L.E. is uitgerust met onderhoudsvrije en gesloten droge gelac-
cu's.
Accu-capaciteit
De accucapaciteit kan beïnvloed worden door temperatuur, terrein, gewicht van
de gebruiker etc. De accu-indicatiemeter geeft het accuniveau aan. Een actieve
gebruiker die dagelijks meer dan de helft van de accucapaciteit gebruikt, dient
de accu in ieder geval dagelijks op te laden.
Het opladen van de accu's
De accu's die bij de scootmobiel geleverd zijn, zijn hiervoor speciaal ontworpen
en dienen met de bijgeleverde acculader opgeladen te worden. Alle acculaders
zijn voorzien van een elektronische schakelaar die de stroomtoevoer uitschakelt
wanneer de accu's volledig geladen zijn.
LET OP!
De accu's dienen altijd volledig geladen te zijn. Gebruik de scootmobiel
niet als de accu's bijna leeg zijn. Dit is slecht voor de accu's en u kunt ongewenst
stil komen te staan, waarbij permanente schade aan de accu's ontstaat.
Tenminste iedere twee weken dient u de accu's gedurende een volledige laad-
cyclus op de acculader aan te sluiten.
13