4
Instellingen
4.1
Parameters instellen
Afb.10
Parameters, tellers, signalen
4.2
Weergave van de gemeten waarden
Afb.11
Parameters, tellers, signalen
7716072 - v.01 - 17072018
U kunt de parameters en instellingen van het apparaat en de aangesloten
schakelpanelen, sensoren enz. wijzigen om de installatie te configureren.
A
De bedieningsautomaat van de ketel is ingesteld op de meest
voorkomende CV-installaties. Met deze instellingen zal praktisch elke CV-
installatie goed werken. De gebruiker of de installateur kan de parameters
naar eigen wens optimaliseren.
B
AD-3000936-01
De besturingsautomaat registreert continu diverse waarden van de ketel
en de aangesloten sensoren. Deze waarden kunnen worden uitgelezen op
het bedieningspaneel van de ketel.
A
B
AD-3000936-01
1. Druk op de toets
.
2. Selecteer > Installatie setup.
3. Selecteer de zone of het apparaat dat u wilt configureren.
4. Selecteer Parameters, tellers, signalen > Parameters om een
parameter te wijzigen.
5. Selecteer indien beschikbaar Geavanceerde parameters om een
parameter te wijzigen op het geavanceerde installateursniveau.
A
Parameters
Tellers
Signalen
Geavanceerde parameters
Geavanceerde tellers
Geavanceerde signalen
B Lijst met instellingen of waarden
Opgelet
Wijziging van fabrieksinstellingen kan de werking van de ketel
nadelig beïnvloeden.
1. Druk op de toets
.
2. Selecteer > Installatie setup.
3. Selecteer de zone of het apparaat dat u wilt configureren.
4. Selecteer Parameters, tellers, signalen > Tellers of Signalen om een
teller of signaal uit te lezen.
5. Selecteer indien beschikbaar Geavanceerde tellers of Geavanceerde
signalen om signalen of tellers op het geavanceerde
installateursniveau uit te lezen.
A
Parameters
Tellers
Signalen
Geavanceerde parameters
Geavanceerde tellers
Geavanceerde signalen
B Lijst met instellingen of waarden
4 Instellingen
11