Wateraansluiting
•
Sluit het mechanische filter en de afsluitkraan aan op de automaat op een
gemakkelijk bereikbare plaats.
•
Voordat u het filter op het toestel aansluit, moet u de verbindingsbuizen
schoonmaken om eventuele ijzerdeeltjes te verwijderen.
•
Sluit ongebruikte aansluitingen hermetisch af.
•
Controleer na het aansluiten of er geen lekken zijn op de aansluitpunten.
•
Warmwateraansluiting: de watertemperatuur mag niet hoger zijn dan 60°C.
•
De waterdruk moet tussen 150 en 300 kPa liggen. Als de toevoerdruk hoger is
dan de aangegeven maximaal toelaatbare druk, moet een reduceereenheid
worden gebruikt.
•
Het toestel moet permanent op de waterleiding aangesloten zijn door middel
van een onafscheidelijke aansluitset.
•
Afvoerbuizen moeten gemaakt zijn van materiaal dat bestand is tegen
temperaturen tot 100°C.
NL
16 / 22
Installatieinstructie
284305