6 - STANDAARD REGELINGEN EN OPTIES
6.1 - Regeling starten/stoppen eenheid
De status van de eenheid wordt bepaald door een aantal factoren,
waaronder de bedrijfstypes, actieve overbruggingen, geopende contacten,
master/slave-configuratie of alarmen (geactiveerd door de
bedrijfsomstandigheden).
De tabel hieronder geeft een overzicht van het bedrijfstype [ctrl_typ]
en de bedrijfsstatus met betrekking tot de volgende parameters:
■ Bedrijfstype: dit bedrijfstype wordt geselecteerd met de knop
Start/stop op de gebruikersinterface.
LOFF
Lokaal uit
L-C
Lokaal aan
L-SC
Lokaal schema
REM
Op afstand (Remote)
Net
Netwerk
MAST
Master-unit
■ Start/stop signaal forceren [CHIL_S_S]: start/stop signaal forceren
van koeler kan worden gebruikt om de koelmachine status die op het
netwerktype staat, te regelen.
Opdracht ingesteld op stop: de eenheid wordt gestopt.
-
Opdracht ingesteld op start: de eenheid werkt volgens het schema 1.
-
■ Status extern start/stop contact [Onoff_sw]: status start/stop contact
kan worden gebruikt om de koelmachine status die op bediening op
afstand staat, te regelen.
■ Master regeltype [ms_ctrl]: als de eenheid de mastereenheid is in een
master/slave-opstelling met twee koelers, kan de mastereenheid lokaal,
extern of via een netwerk worden geregeld.
■ Start/stop-schema [chil_occ]: bezette of onbezette status van de
eenheid.
■ Noodstopopdracht via netwerk [EMSTOP]: indien geactiveerd, wordt
de eenheid stopgezet ongeacht het actieve bedrijfstype.
■ Algemeen alarm: de eenheid wordt stopgezet wegens een storing.
Actieve bedrijfsmodus
LOFF
L-C
L-SC
REM
-
-
-
-
-
-
-
-
actief
-
-
-
-
-
actief
-
-
-
-
actief
-
-
-
actief
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
actief
-
-
-
-
actief
-
-
-
-
actief
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
BELANGRIJK: als de eenheid stopt of als er een opdracht is om de
eenheid te stoppen, worden de compressoren achtereenvolgens
gestopt.
In geval van een noodstop, stoppen alle compressoren op hetzelfde
moment.
AQUACIAT
CALEO
Forceer
Extern start/
Net
MAST
commando
stop-contact
start/stop
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
actief
-
uitschakelen
actief
-
-
-
actief
-
-
actief
-
-
actief
-
-
actief
uitschakelen
-
actief
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
actief
-
Inschakelen
-
actief
-
-
actief
-
-
actief
Inschakelen
6.2 - Capaciteitsregeling
De Connect Touch-regeling past het aantal actieve compressoren aan om
de temperatuur van de warmtewisselaar op haar setpoint te houden.
De nauwkeurigheid waarmee dit plaatsvindt is afhankelijk van de capaciteit
van het watersysteem, het debiet en de belasting.
6.3 - Capaciteitsbegrenzing
De functie van de capaciteitsbegrenzing wordt gebruikt om het
stroomverbruik van het apparaat waar mogelijk te beperken.
De Connect Touch-regeling maakt begrenzing van het vermogen van
de unit mogelijk:
■ Door gebruiker gestuurde potentiaalvrije contact. De apparaatcapaciteit
kan nooit hoger worden dan het begrenzingssetpunt dat door dit contact
wordt geactiveerd. De begrenzing-setpunts kunnen worden aangepast
in het SETPOINT-menu.
■ Door de DEM_LIM-waarde in te stellen als het apparaat op het
netwerktype staat.
■ Met de door het master apparaat ingestelde vertragingslimiet (master/
slave-opstelling). Als de unit niet in de Master/Slave-configuratie is, dan
is de laggrenswaarde 100%.
Capaciteitsbegrenzing wordt uitgedrukt in procenten, waarbij een
maximum waarde van 100% betekent dat er geen capaciteitsbegrenzing
toegepast is.
Voorbeeld: Met contact bediende vraagbegrenzing
(Begrenzing-setpunt van contact in het menu Setpunt)
Begrenzing-setpunt van contact [lim_sp1]
100%
1 × 2 = 2 compressoren
75%
0,75 × 2 = 1,5 compressoren
50%
0,5 × 2 = 1 compressor
25%
0,25 × 2 = 0.5 compressor
Parameterstatus
Regeltype
Start/stop
master
tijdschema
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
onbezet
open
-
-
-
-
onbezet
-
-
-
-
-
onbezet
-
lokaal
onbezet
Op afstand
open
-
(Remote)
Op afstand
-
onbezet
(Remote)
-
Netwerk
-
-
Netwerk
onbezet
-
-
-
-
-
Bezet
Gesloten
-
Bezet
-
-
Bezet
-
lokaal
Bezet
Op afstand
Gesloten
Bezet
(Remote)
-
Netwerk
Bezet
NL-30
Compressorbesturing
Er kunnen twee compressoren worden
gestart
Er kan één compressor worden gestart
Er kan één compressor worden gestart
Er kan geen compressor worden gestart
Resultaat
Algemeen
Type
Netwerknoodstop
alarm
commando
Inschakelen
-
-
-
ja
-
-
-
lokaal
-
-
lokaal
Op afstand
-
-
(Remote)
Op afstand
-
-
(Remote)
-
-
Netwerk
-
-
Netwerk
-
-
lokaal
Op afstand
-
-
(Remote)
Op afstand
-
-
(Remote)
-
-
Netwerk
-
-
Netwerk
uitschakelen
nee
lokaal
uitschakelen
nee
lokaal
Op afstand
uitschakelen
nee
(Remote)
uitschakelen
nee
Netwerk
uitschakelen
nee
lokaal
Op afstand
uitschakelen
nee
(Remote)
uitschakelen
nee
Netwerk
Status
van de
eenheid
Uit
Uit
Uit
Uit
Uit
Uit
Uit
Uit
Uit
Uit
Uit
Uit
Uit
Aan
Aan
Aan
Aan
Aan
Aan
Aan