Inhoudsopgave
Advertenties
7.
BEDIENING
7.1.
Veiligheidsinstructies voor de bediening van het product
• Een beschadigd of defect toestel mag nooit worden gebruikt. Indien schade of defecten
worden gedetecteerd tijdens de inspectie of functietesten voorafgaand aan bediening,
moet het toestel worden gelabeld en buiten bedrijf worden gesteld.
• Voor veiligheid en elektromagnetische compatibiliteit heeft de lader een stekker met 4
richtingen als veiligheidsfunctie die alleen in een geaard stopcontact past. Als je de stekker
niet in het stopcontact kunt steken, heb je wellicht een ouder, niet-geaard stopcontact.
Neem contact op met een elektricien om het stopcontact te laten vervangen. Gebruik geen
adapter om de uitlaat te aarden.
• Als je lood-zuurbatterijen wilt opladen, wees dan gewaarschuwd dat er een explosief gas
vrijkomt tijdens het opladen. Vermijd vuur en vonken. Plaats de batterij in een open, goed
geventileerd gebied.
• Batterijzuur is zeer corrosief. De operators of personen die de ontlader en/of batterij
gebruiken, moeten altijd beschermende handschoenen en oogbescherming dragen.
Wij raden sterk aan om ook een rubberen schort en gelaatsbescherming te dragen. Als je
wel in contact komt met batterijzuur, volg dan de instructies in hoofdstuk 11 C.
• Controleer of de beschikbare voedingsspanning overeenkomt met de spanning
aangegeven op het naamplaatje van de apparatuur. Raadpleeg bij twijfel je dealer.
• De batterij produceert zeer hoge stroom indien kortgesloten en zal de huid ernstig
verbranden als deze in contact komt met een metalen geleider die deze stroom voert.
• Laat ringen aan vingers niet in contact komen met batterijpolen of de celaansluitingen
bovenop de batterij.
• Laad geen batterijen op aan boord van warmtemotoren.
• Laad geen niet-herlaadbare batterijen op.
• Controleer of de geselecteerde laadcurve geschikt is voor het op te laden type batterij. Kijk
goed naar het typeplaatje van zowel de lader als de batterij. Neem bij twijfel contact op met
je dealer.
• Energic Plus is in geen geval verantwoordelijk als de geselecteerde laadcurve onjuist is en
onomkeerbare schade toebrengt aan de batterij of de lader.
• Alleen de persoon die werkt met de multi-voltage batterijlader mag zich bevinden in de
nabijheid van de apparatuur en de batterij. Personen die niet werken met de multi-voltage
lader moeten een minimale afstand van 0,5 m aanhouden.
7.2.
Bedieningsinstructies
Zie hoofdstuk 8 voor het dagelijkse onderhoudsschema.
1. Sluit de batterij aan op de multi-voltage lader.
2. Schakel de multi-voltage lader in door te draaien aan de
aan/uit-knop
3. Het volgende scherm wordt weergegeven:
A. Ampère-uur van de batterij
B. Specifieke laadcurve
C. Type batterij
D. Aantal elementen
C
D
B
A
15/36
Advertenties
Inhoudsopgave
