Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Instrumentmontage; Versie Captured Bleed; Pneumatische Installatie - Baker Hughes Masoneilan 4411 Gebruiksaanwijzing

Inhoudsopgave

Advertenties

Om te voldoen aan de EMC-specificaties, moet een
afgeschermde kabel worden gebruikt. De kabelafscherming
moet worden aangesloten op het interne aardingspunt van de
I/P. Er kan tevens een aardstrip worden aangesloten vanaf het
externe aardingspunt van de I/P op een normaal aardingspunt.
De kabelafscherming mag niet worden aangesloten op de
signaalbron bij gebruik in intrinsiek veilige omgevingen. De I/P
is grondig getest op:
Elektromagnetische compatibiliteit (EMC)
Algemene normen – immuniteit voor industriële omgevingen
Elektromagnetische compatibiliteit (EMC)
Algemene emissienorm – industriële omgevingen
Raadpleeg het bedradingsschema voor meer informatie. De
resultaten van deze tests tonen aan dat bij een kabelafscherming,
zoals weergegeven in het installatieschema, de standaard
langdurige verschuiving van de uitgangsdruk <+/-5% van de
volledige schaal is. Raadpleeg de leverancier voor meer
informatie.

Instrumentmontage

De omvormer kan direct op een klep, op elk geschikt vlak
oppervlak of op een 2" (50 mm) leiding worden gemonteerd.
Afmetingsdetails:
Deze omvormers kunnen worden bediend in elke positie,
met kleine herkalibraties; een normale bediening vindt plaats
rechtop, d.w.z. met het schroefdeksel horizontaal. De eenheid
is weerbestendig, wanneer het deksel wordt verwijderd voor
aansluiting of kalibratie, maar mag niet onbedekt worden gelaten
tijdens gebruik of gedurende lange periodes. Ze zijn volledig
bestand tegen schokken en trillingen, hoewel omgevingen waar
ernstige trillingen kunnen optreden het best kunnen worden
vermeden.
De instrumenten zijn beschermd tegen omgevingsinvloeden
tot een niveau van type 4X (IP66). Er moet een gevoelige
positionering worden gebruikt, als de plaatselijke omstandigheden
slecht zijn.
Er is een temperatuurcompensatie ontwikkeld voor deze
omvormers, die in werking zal treden binnen een bereik van –40° tot
+85°C (-40° tot +185°F). Er is een maximale levensduur mogelijk,
als extreme temperatuurschommelingen worden vermeden. Bij
blootstelling aan direct zonlicht wordt zonwering geadviseerd.
De pneumatische uitlaat en beluchting vinden plaats via de
luchtkleppen. De luchtkleppen mogen niet worden geblokkeerd
met verf en/of kunststof afdekkingen, etc.
© 2013 eft een handelsmerk van 2023 Baker Hughes Company aan.
Afb. 2

Versie Captured Bleed

De luchtkleppen en de afdekking worden zodanig aangebracht,
dat ze voldoen aan de juiste IP-beschermingsgraad tegen
binnendringing van het instrument. Verwijdering van deze
beschermende onderdelen vermindert de IP en NEMA
4X-waarden van het instrument.
Verwijder voor captured bleed installatie de afdekking van de
luchtkleppen en schroef beide luchtkleppen los, plaats 1/8" NPT-
bevestigingen op twee leidingen van verschillende lengtes, om
de installatie te ontluchten en gas af te voeren naar een veilige
installatieplaats.
Via de ontluchtingspoort geventileerd gas uit de behuizing
mag niet worden gehercirculeerd en teruggevoerd naar de
processtroom. De uitlaatpoort mag niet worden geblokkeerd,
waardoor tegendruk ontstaat en het instrument defect raakt. Een
captured bleed installatie van het instrument dient uitsluitend
door de installateur te worden verricht.
Opmerking: De uitlaatpoort zit dichterbij de leidingingang
(links). De ontluchtingspoort van de behuizing zit rechts.
(Zie Afbeelding 3.)
Uitlaatpoort

Pneumatische installatie

Voor gebruik van deze instrumenten wordt schone, droge,
olievrije instrumentenlucht conform BS.6739 of ISA-7.0.01-1996
aanbevolen.
Dauwpunt:
Minstens 10°C (50°F) onder de verwachte (-40°C)
minimum omgevingstemperatuur.
Stof:
Gefilterd tot minder dan 50 micron.
Oliegehalte:
Mag niet meer dan 1ppm massa bedragen.
Het instrument is in de fabriek gekalibreerd met een voedingsdruk
van 30 psig (2 bar) ±10%. Bediening is mogelijk bij elke drukwaarde
tussen 18 en 150 psig (1,3 tot 10 bar), hoewel herkalibratie
bij deze grenswaarden nodig kan zijn om de gespecificeerde
nauwkeurigheid te garanderen.
De in- en uitlaatpoorten zijn voorzien van 1/4" NPT inwendige
schroefdraad en er moet gebruik worden gemaakt van
geschikte bevestigingen. Voor de meeste installatie is een 1/4"
(6 mm) leiding geschikt. Wanneer een grote actuator, hoge
debietwaarden of lange leidingen nodig zijn, moet een grotere
diameter worden gebruikt.
Onder bepaalde omstandigheden worden kunststof leidingen,
zoals nylon, aanbevolen, omdat deze van binnen normaal heel
zuiver zijn. Spoel altijd de aanvoerleidingen door vóór aansluiting
op de omvormer.
Twee manometerpoorten zijn aangebracht om een directe
montage van een drukmeter mogelijk te maken. Om een van
deze poorten te gebruiken, verwijdert u de plug (gebruik een
1/4" of 3/16" inbussleutel) in drukloze toestand en sluit u de
manometer aan. De poorten worden uitgevoerd met 1/4" NPT
schroefdraad aan de achterzijde en 1/8" NPT schroefdraad aan
de voorzijde van de eenheid.
Instructiehandleiding Masoneilan Model 4411, elektropneumatische transducer | 3
Ontluchtingspoort
behuizing
Afb. 3

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave