Inhoudsopgave
Advertenties
Instructies bedoeld voor installaties
in gevaarlijke omgevingen
(Referentie Europese ATEX-richtlijn 2014/34/EU, Bijlage II,
1.0.6)
De volgende instructies hebben betrekking op de uitrusting
volgens certificaatnummer SIRA 01ATEX2224X & SIRA
01ATEX1223
1. Model 4411 kan worden geïnstalleerd als intrinsiek veilig of
vlambestendig:
• Zone 0 of 20 installaties vereisen dat de uitrusting als
als intrinsiek veilig wordt geïnstalleerd via geschikte
randapparatuur.
• Zone 1 of 21 installaties vereisen dat de uitrusting als
intrinsiek veilig of vlambestendig wordt geïnstalleerd; bij
een vlambestendige installatie is geen randapparatuur
nodig, maar er gelden zwaardere eisen voor kabelingang
– raadpleeg EN60079-0.
• Zone 2- of 22-installaties kunnen intrinsiek veilig of
vlambestendig zijn.
• Het verdient aanbeveling dat de installateur op de
uitrusting vermeldt welke certificeringscode van
toepassing is.
2. De
uitrusting
mag
omgevingstemperatuurbereik worden gebruikt.
3. De uitrusting is niet beoordeeld als veiligheidsgerelateerd
apparaat (zoals bepaald in Richtlijn 2014/34/EU Bijlage II,
clausule 1.5).
4. Installatie en onderhoud van deze uitrusting moeten
worden uitgevoerd door voldoende getraind personeel
conform de toepasselijke praktijkrichtlijnen (EN 60079-14
en EN 60079-17 binnen Europa).
5. Reparaties
aan
uitgevoerd door de fabrikant of conform de toepasselijke
praktijkrichtlijnen (IEC 60079-19).
6. Bij installatie van de uitrusting als vlambestendige
kabelwartel (M20 parallelle schroefdraad) of een leiding
(1/2" NPT conische draad), moet de installateur de
draadvorm controleren en controleren of een geschikte
schroefdraad is gebruikt. De pneumatische aansluitingen
zijn geen vlambestendige ingangen.
7. De certificering van deze uitrusting is afhankelijk van de
volgende materialen zoals gebruikt in deze constructie:
Behuizing:
aluminium- en zinklegering
O-ring:
nitrielrubber
Inkapseling:
polyurethaan
Indien het waarschijnlijk is dat de apparatuur in contact komt
met agressieve substanties, is het de verantwoordelijkheid
van de gebruiker passende voorzorgsmaatregelen te nemen
die voorkomen dat deze nadelig beïnvloed wordt, er zo voor
zorgend dat de bescherming niet gecompromitteerd wordt.
• Agressieve stoffen: bijv. zuurhoudende vloeistoffen of
gassen die metalen kunnen aanvreten of oplosmiddelen
die materialen van polymeer kunnen beïnvloeden.
8 | Baker Hughes
niet
buiten
het
deze
uitrusting
moeten
• Geschikte
controles als onderdeel van routine-inspecties of vaststellen
uit de gegevensbladen van het materiaal dat het bestand
is tegen specifieke chemicaliën.
• Niet te gebruiken met zuivere zuurstof of een met zuurstof
verrijkt medium, zoals de procesvloeistof.
Raadpleeg de leverancier voor goedkeuringscertificaten.
8. Alleen goedgekeurde kabelwartels mogen worden gebruikt
conform beschermingsgraad IP66.
9. Ongebruikt invoerpoortgat moet worden afgesloten met
een goedgekeurde afsluitplug in overeenstemming met de
van toepassing zijnde certificeringsclassificatie voor het
gevaarlijke gebied.
Instructies – speciale condities voor
veilig gebruik
Voor certificaatnummer Sira 01ATEX1223 – (Ex d) geen.
Voor certificaatnummer Sira 01ATEX2224X – (Ex ia)
1. Uit bedieningsoogpunt kan het nodig zijn om de kabelmantel
van de uitrusting in de gevaarlijke omgeving aan te sluiten.
Als dit het geval is, moet de uitrusting worden geïnstalleerd
conform EN 60079-14:2014 (specifiek clausules 16.2.2.3
en 16.2.4), waarbij standaard een galvanisch geïsoleerde
interface wordt gebruikt zonder enige andere aansluiting
vermelde
op aarde dan via de behuizing van de uitrusting.
2. De behuizing is vervaardigd van licht metaal, dat
ontbranding kan veroorzaken bij botsingen en wrijving.
Hiermee moet rekening worden gehouden, als het
apparaat wordt geïnstalleerd op een locatie die specifiek
beschermingsniveau Ga vereist.
3. Onder bepaalde extreme omstandigheden kunnen de
niet metalen delen in de behuizing van deze uitrusting
een elektrostatisch ladingsniveau veroorzaken dat tot
ontsteking kan leiden. Als de uitrusting dus wordt gebruikt
worden
voor toepassingen die specifiek beschermingsniveau
voor
uitrustingen
worden geïnstalleerd op een locatie waar de externe
omstandigheden geleidend zijn en zorgen voor de vorming
van een elektrostatische lading op dergelijke oppervlakken.
Daarnaast mag de uitrusting uitsluitend worden gereinigd
met een vochtige doek.
4. De optie waarbij lucht vanuit de behuizing wordt
gehercirculeerd
de processtroom, mag niet worden gebruikt, als de
uitrusting wordt geïnstalleerd op locaties die specifiek
beschermingsniveau Ga voor groep II categorie 1G of 1D
voor groep III categorie 1D uitrustingen vereisen.
© 2013 eft een handelsmerk van 2023 Baker Hughes Company aan.
voorzorgsmaatregelen:
Ga
vereisen,
en
wordt
teruggevoerd
bijv.
regelmatige
mag
deze
niet
naar
Advertenties
Inhoudsopgave
