5. Inbedrijfstelling, gebruik
5. Inbedrijfstelling, gebruik
WAARSCHUWING!
Beschadiging van het meetapparaat door onder- of overschrijden van
de toegestane bedrijfstemperatuur
Bij het niet in acht nemen van de toegestane bedrijfstemperatuur, ook met
inachtneming van convectie en warmtestraling, kan de thermometer reeds
worden beschadigd tijdens de montage.
▶
Gespecificeerde bedrijfstemperatuurbereik niet onder- of overschrijden.
Bij de montage in acht nemen
Het beschadigen van de kabelmantel bij het stevig vastdraaien van de drukschroef
■
vermijden.
Te diepe insnijdingen in de kabelmantel vermijden.
■
Geschikte kabels gebruiken.
■
Behoedzaam omgaan met de klemzone van de kabelwartel.
■
Thermometers moeten geaard zijn als er gevaarlijke spanningen te verwachten zijn
■
aan de verbindingsdraden (bijvoorbeeld veroorzaakt door mechanische spanning,
elektrostatische lading of inductie)!
De veiligheidsklasse geldt niet bij gewapende kabels (roestvrij stalen mantel).
■
Pakkingen moeten op brosheid gecontroleerd en indien nodig vervangen worden.
■
5.1 Demontage en montage van het meetelement
De blootliggende draden hebben een diameter van ca. 0,22 mm², zijn 150 mm lang en
kleurgecodeerd afhankelijk van het type sensor. Het meetelement wordt tegen verdraaiing
geborgd.
Vóór het verwijderen van het meetelement de elektrische
aansluitingen naar het klemmenblok of de transmitter
volledig loskoppelen.
Hierna kan de halspijp worden losgemaakt en van de kop worden losgeschroefd.
WIKA gebruikshandleiding modellen TR12, TC12
NL
11