Inbedrijfstelling stappenplan Mercuria & Eria Tower
Introductie
Dit is een verkorte, praktische lijst van de punten die gecontroleerd en uitgevoerd dienen te worden voor en tijdens de
inbedrijfstelling van een Mercuria en/of Eria Tower. Deze lijst begeleidt je door het inbedrijfstellen en het voor de eerste keer
opstarten van de Mercuria en Eria Tower.
Waar nodig zijn verwijzingen naar de installateurhandleiding of aandachtspunten toegevoegd. Dit document is een aanvulling
op deze handleidingen. Bij de stappen staan verwijzingen naar een specifieke paragraaf in de installateurshandleiding met het
volgende icoon
6.7.9 of 6.8.9, respectievelijk Mercuria of Eria Tower.
Controle vooraf
De stappen 1 t/m 16 zijn bedoeld om u te helpen bij het controleren van de warmtepompinstallatie vóórdat er spanning op het
toestel wordt gezet.
2.1 Verwarming en tapwatercircuit controleren
Nr.
Omschrijving
1.
Vul en ontlucht het verwarmingssysteem
Let op: vergeet niet het los meegeleverde rode dopje op de ontluchter te plaatsen
2.
Controleer de waterdruk in het systeem (nom. 2 bar) en controleer de circuits op lekkage
3.
Controleer of het systeem over de minimale aanbevolen vrije systeeminhoud beschikt
VLOERVERWARMING
RADIATOREN
(VENTILATOR)CONVECTOREN /
ZONEREGELING
Extra stappen bij gebruik van accessoires
4.
Vochtigheidsdetectiesensor: (noodzakelijk bij koeling)
•
Controleer correcte locatie en montage
5.
2-zone-kit Mercuria
•
Controleer dat de bypass in de open verdeler open is
•
Zorg dat de zwarte stip van de terugslagkleppen bij de "Z" staat
6.
Tapwaterkit voor extern boilervat bij een Mercuria
•
Controleer correcte locatie en montage van temperatuursensor(en) in de boiler
•
Controleer correcte aansluiting van de driewegklep (tapwater → A, CV → B)
2.2 Elektrische aansluitingen controleren
Extra informatie t.a.v. de onderstaande lijst is te vinden in de Mercuria installatiehandleiding hoofdstuk 6.7 of Eria Tower
installatiehandleiding hoofdstuk 6.8. Het sub-hoofdstuk wordt weergegeven als
waarin iets staat.
Nr.
Omschrijving
7.
Controleer de voedingsaansluitingen van de buitenunit
•
Minimale kabeldoorsnede is voldoende (
•
Juiste afzekering (
•
De kabels zijn conform handleiding aangesloten (
8.
Mogelijkheid tot veilig spanningsloos werken aan de buitenunit (bijvoorbeeld met werkschakelaar)
9.
Controleer de communicatiekabel(s) tussen binnen- en buitenunit (
•
Afgeschermde communicatiekabel 2 x 0,75 mm
•
Afscherming aan één zijde aan aarde bevestigen (of binnen of buiten)
•
Aangesloten op contact S2 en S3 in de buitenunit (Let op: sluit deze niet op S1 aan)
•
Zet dipswitch SW8-3 op de buitenunit (bij 6 MR en groter) op ON
•
Indien een geluidsreductieset is toegepast: Controleer de extra kabels 2 x 0,75 mm
(combinatie met communicatiekabel mogelijk 4 x 0,75 mm
10.
Controleer de aansluitingen en locatie van de (meegeleverde) buitenvoeler (
Versie: 1.4
Datum: 8-1-2021
4.5 MR
6 MR
29
29
47
47
50
50
6.7.2 of 6.8.2)
6.7.2 of 6.8.2)
2
8 MR
11 TR
45
64
74
104
79
111
6.7.1 of 6.8.1 . Dit is de exacte paragraaf
6.7.7 of 6.8.7)
6.7.7 of 6.8.7)
2
afgeschermd)
6.7.10 of 6.8.10)
Remeha
Check
16 TR
67
l
111
l
118
l
Check
2
5