Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Monteren; Algemene Instructies; Montagevoorbereidingen - Vega VEGAPULS 60 Series Handleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor VEGAPULS 60 Series:
Inhoudsopgave

Advertenties

Sensorserienummer
Veiligheid bij de montage
Ex-toelating
Toekenning
Elektronica • VEGAPULS Serie 60
4

Monteren

4.1

Algemene instructies

De nieuwe elektronica moet met de opdracht- en fabrieksgegevens
van de sensor geladen worden. Hiervoor bestaan de volgende moge-
lijkheden:
Af fabriek door VEGA
Lokaal door de gebruiker
Informatie:
Bij het locaal laden moeten vooraf de opdrachtgegevens van het
internet worden gedownload (zie onder "inbedrijfname").
In beide gevallen is opgave van het sensorserienummer nodig. Het
serienummer vindt u op de typeplaat van het instrument, op de bin-
nenwand van de behuizing of op de pakbon.
Opgelet:
De opdracht- en fabrieksgegevens bevatten belangrijke voorinstellin-
gen voor de sensor. Deze gegevens zijn voor een veilig bedrijf en een
correct functioneren van de meting absoluut noodzakelijk.
Het verdient aanbeveling, de vervangende elektronica bij gedemon-
teerd instrument op een geschikte plaats, bijvoorbeeld de werkplaats,
te monteren. Wanneer demontage van het instrument niet mogelijk is,
dan kan de elektronica ook op de meetplaats worden gemonteerd.
Waarschuwing:
Voor de montage moet de voedingsspanning worden uitgeschakeld.
De montage van de vervangende elektronica mag alleen in span-
ningsloze toestand worden uitgevoerd. Anders kan schade aan de
elektronica ontstaan!
Bij sensoren met Ex-toelating moeten de volgende punten worden
aangehouden:
Bij sensoren met Ex-toelating moet erop worden gelet, dat de reser-
ve-elektronica dezelfde identificatie heeft als de vervangen elektroni-
ca.
Bovendien mag bijv. de elektronica met een hardwareversie ≥ 2.0.0
ook alleen in een sensor met een hardwareversie ≥ 2.0.0 worden
ingebouwd.
4.2

Montagevoorbereidingen

De elektronica wordt in de elektronicaruimte ingebouwd en op de
betreffende sensor afgestemd. Waarborg daarom, dat u een bij het
instrument passende elektronica gebruikt.
De elektronicamodules verschillen:
In de signaaluitgang, bijv. 4...20 mA/HART, Profibus PA of Founda-
tion Fieldbus
In de uitvoering, bijv. standaard of verhoogde gevoeligheid
4 Monteren
7

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave