en zeef in een onbrandbaar oplosmiddel.
(3) Plaats de o-ring en zeef terug en schroef de bezinkselkom weer vast.
(4) Draai de brandstofklep naar AAN en controleer op lekkage.
Bougieonderhoud
(5)
Aangeraden bougies: F7RTC of
gelijkwaardige alternatieven.
(1) Verwijder de bougiedop.
(2) Gebruik de bougiesleutel om de
bougie te verwijderen.
(3) Controleer de bougie visueel
Om te zien of de isolatie beschadigd is. Zo ja, vervang hem dan met
een nieuwe bougie.
(4) Meet de elektrodeafstand met een voelermaat. Corrigeer voor zover
nodig door de zijelektrode te buigen. De correcte elektrodeafstand:
0,70-0,80 mm.
(5) Controleer of de ring van de bougie in orde is.
(6) Plaats de bougie terug, draai deze aan met de bougiesleutel en breng
de ring aan. Plaats de bougiedop zorgvuldig terug.
Gebruik de bougie in een geschikt temperatuurbereik.
ONDERHOUD
• 27 •